bs 2 voelen, ruiken en proeven

Bs 1  zintuigen
Leerdoelen
1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
2 Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.
3 Je kunt uitleggen wanneer zintuigen prikkels omzetten in zenuwimpulsen.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Bs 1  zintuigen
Leerdoelen
1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
2 Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.
3 Je kunt uitleggen wanneer zintuigen prikkels omzetten in zenuwimpulsen.

Slide 1 - Diapositive

B2 voelen, ruiken en proeven

Slide 2 - Diapositive

herhaling
 
welke zintuigen kun je vinden in de huid?

Slide 3 - Diapositive

leerdoelen
  •  Je kunt de bouw en functies van de huid beschrijven.
  • Je kunt benoemen hoe je verschillende geuren ruikt.
  • Je kunt benoemen hoe je verschillende smaken proeft.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat doe je bij 
een brandwond?

Slide 6 - Diapositive

Brandwonden??? 
Onder lauw - stromend water

Kleine wond: 10 min
Grote wond: 30 min

Nooit kleding lostrekken!! Naar huisarts! 

Slide 7 - Diapositive

proef
wie:        in tweetallen
nodig:   blinddoek + twee potloden
hoe:       leerling 1 wordt geblinddoekt
                leerling 2 prikt met 1 of 2 potloden (voorzichtig) in de                         huid van leerling 1 (bijv. vingertop / arm / wang)
wat:       leerling 1 geeft aan hoeveel potloden hij/zij voelt
conclusie: ??

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Ruiken
• ruiken doe je met je
reukzintuig
• reukzintuig bovein de
neusholte
• reukzintuig is een deel van
het neusslijmvlies
• neusslijmvlies houdt de
neusholte vochtig

Slide 10 - Diapositive

Ruiken
• lucht inademen
• geurstoffen komen bij je
reukzintuig
• geurstoffen zijn de prikkels
voor je reukzintuig
• reukzintuig stuurt via de
reukzenuw een impuls naar
je hersenen
• hersenen geven aan welke
geur het is

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Proeven
• verspreid op je tong liggen
een groot aantal kleine
smaakzintuigen
• smaakzintuigen worden ook
smaakpapillen genoemd
• als je iets eet of drinkt
komen er smaakstoffen op je
tong, deze prikkelen de
smaakzintuigen en die
sturen een impuls naar je
hersenen.

Slide 13 - Diapositive

Proeven
vijf soorten smaakzintuigen:

1. zoet
2. zout
3. zuur
4. bitter
5. umami(hartig)

Slide 14 - Diapositive

Proeven
• je proeft meer dan de vijf verschillende smaken
• dat komt doordat je ook ruikt
• via de keelholte gaan de geurstoffen van je voedsel naar je neus
• bij het proeven werken je reuk (neus) en smaak (tong) samen
• hersenen krijgen via zenuwen de informatie van je smaakzintuigen
op je tong en de reukzintuigen in je neus
• je hersenen hebben de informatie gecombineerd: je proeft wat je
eet

Slide 15 - Diapositive

Beoordelen van voedsel
• uiterlijk, geluid, temperatuur
en structuur van voedsel is
ook belangrijk.  In je tong, lippen en mondholte
zitten ook tastzintuigjes voor
de structuur
• je hersenen worden alle
informatie van je zintuigen
gecombineerd om te bepalen
of je iets lekker vindt

Slide 16 - Diapositive

proefje
doe je ogen dicht
neem een skittle uit je bekertje en laat die aan je klasgenoot zien.
knijp je neus stevig dicht en stop het snoepje in je mond. 
probeer te proeven welke kleur skittle je in je mond hebt
wel ademen door je mond!
laat dan je neus los en proef nog een keer goed

Slide 17 - Diapositive

• eetgewoonten bepalen ook een rol of je iets lekker vindt
• ligt ook aan het land waarin je opgegroeid bent
• ervaring is ook een belangrijke rol • voorkeuren kunnen veranderen tijdens je leven
• vroeger vond je babyvoeding lekker, nu niet meer
• je kunt wennen aan eten en drinken (koffie, spruitjes)

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Huiswerk
Maak de opdrachten van bs 5.2 + de test jezelf

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien