Maatschappijkunde: Werk

Ga naar lessonupp.app en voer daar de code in
-Quiz over Ho 1 en Ho 2 van het boek werk
-Aantekeningen Ho 3.1
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Ga naar lessonupp.app en voer daar de code in
-Quiz over Ho 1 en Ho 2 van het boek werk
-Aantekeningen Ho 3.1

Slide 1 - Diapositive

wat is het belangrijkste verschil tussen hobby en werk
A
met werk verdien je altijd geld
B
werk doe je niet met plezier een hobby wel
C
met werk doe je iets waar behoefte aan is
D
voor een hobby hoef je geen opleiding te hebben

Slide 2 - Quiz

Arbeidsinhoud is wat voor werk je precies moet doen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Is dit betaald of onbetaald werk?
A
Betaald
B
Onbetaald

Slide 4 - Quiz

Is dit betaald of onbetaald werk?
A
Betaald
B
Onbetaald

Slide 5 - Quiz

11. Eisen waar je werkplek aan moet voldoen noemen we?
A
Contract
B
Arbeidsvoorwaarden
C
Capaciteiten
D
Arbeidsomstandigheden

Slide 6 - Quiz

Waar gaat de Arbowet niet over
A
Gezondheid
B
Inkomen
C
Veiligheid
D
Welzijn

Slide 7 - Quiz

15. Wat is een CAO?

Slide 8 - Question ouverte

Laatste vraag...

Slide 9 - Question ouverte

Het geld dat je elke maand op je bankrekening krijgt als je in loondienst werkt, is je ...
A
brutoloon
B
nettoloon

Slide 10 - Quiz

Maatschappijkunde: Werk


Hfst 3 en 4

Slide 11 - Diapositive

3 Bedrijfscultuur

Arbeidsverhoudingen: de manier waarop collega's met elkaar omgaan.


-leidinggevende

-werknemers

Slide 12 - Diapositive

Bedrijfscultuur
  • Normen
  • Waarden                                       = binnen een bedrijf.
  • Gewoonten
  • omgangsnormen

Slide 13 - Diapositive

Regels

Arbeidsverhoudingen zijn gebaseerd op regels:

  • geschreven
  • ongeschreven.

Slide 14 - Diapositive

Ethiek op de werkvloer
  • Etische code: afspraken waar het bedrijf zich aan wil houden.


vb. -allle klanten en collega's moet je eerlijk behandelen

-geen eigendommen van het bedrijf mogen worden gebruikt om er zelf beter van te worden.

Slide 15 - Diapositive

Maken : Hoofdstuk 3.1 vanaf blz 26  opdracht 1 -4, 9 en 10

Slide 16 - Diapositive

Welke teamrol kwam bovenaan bij jou uit de test?

Slide 17 - Question ouverte

Belbin
Doen
De Bedrijfsman is de praktische figuur en organisator van het team;
De Brononderzoeker is de vrolijke, extraverte netwerker van het team;

Denken
De Plant is de creatieve denker van het team, introvert en origineel;
De Monitor is verstandig, bedachtzaam en kritisch. De analyticus van het team;


Slide 18 - Diapositive

Belbin
Willen
De Vormer is gedreven, gepassioneerd en wilskrachtig;
De Voorzitter is de natuurlijke coördinator van het team;

Voelen
De Zorgdrager bezit het talent om voortdurend aan te voelen wat er fout en mis kan gaan;
De Groepswerker is het meest gevoelige lid van het team;

De Specialist is de stille eenling, die zich in een team eigenlijk niet thuis voelt.

Slide 19 - Diapositive

Vind je dat de teamrol die uit de test kwam bij je past?

Slide 20 - Question ouverte

Hoeveel verschillende Belbin teamrollen heb je?
A
7
B
5
C
9
D
8

Slide 21 - Quiz

Bij welke teamrol past vooral het woord: DOEN?
A
Monitor
B
Zorgdrager
C
Brononderzoeker
D
Vormer

Slide 22 - Quiz

Bij welke teamrol past vooral het woord: VOELEN
A
Bedrijfsman
B
Monitor
C
Voorzitter
D
Zorgdrager

Slide 23 - Quiz

Bij welke teamrol past vooral het woord:DENKEN?
A
Plant
B
Bedrijfsman
C
Voorzitter
D
Groepswerker

Slide 24 - Quiz

Wie is de baas?
  • Formele verhoudingen: Op papier vastgelegd
  • Informele verhoudingen: Deze verhoudingen hebben te maken met de dagelijke omgang tussen mensen.

Slide 25 - Diapositive

Stijlen van leiding geven
  • Autoritaire stijl
  • Democratische stijl
  • Raadplegende stijl

Slide 26 - Diapositive

Huiswerk
Ho 3.2 blz 28 maken opdr. 5-7, 13 en 15
+ lezen Hoofdstuk 4 vanaf blz. 36 t/m 39 .

Slide 27 - Diapositive

HOOFDSTUK 4
DE ARBEIDSMARKT
 

Slide 28 - Diapositive

Wat is de arbeidsmarkt?
  • Vraag
  • Aanbod

--> De vraag naar arbeidskrachten en het aanbod van arbeidskrachten.

Slide 29 - Diapositive

Vraag en aanbod
Vraag naar arbeidskrachten: alle mensen die nodig zijn om het werk in de samenleving uit te voeren.

Aanbod van arbeidskrachten: alle personen tussen 15 en 67 jaar die minimaal 12 uur per week voor werk beschikbaar zijn.

Slide 30 - Diapositive

Arbeidssectoren
Je kunt de beroepen in NL verdelen in 4 sectoren:

1. Primaire sector
2. Secundaire sector.
3. Tertiaire sector.
4. Quartaire sector.

Slide 31 - Diapositive

Primaire en secundaire sector
  • Primair: grondstoffen + voedsel leveren
  • Landbouwbedrijven, jacht, veeteelt, visserij.

  • Secundair: Industrie, verwerking van grondstoffen naar producten. 
  • Allerlei soorten fabrieken

Slide 32 - Diapositive

Tertiaire en quartiare sector
  • Tertiair: Dienstverlening
  • Handel, transport, horeca, banken, reisbureaus, verzekeringsbedrijven en reclamebureaus.

  • Quartiar: Overheidsinstanties en openbare gebouwen
  • Ziekenhuizen, gemeentehuis, onderwijs, maatschappelijk werkers, dienstverlening Rijksoverheid.

Slide 33 - Diapositive

Maatschappelijke klasse
  • Werk in sectoren heeft invloed op de maatschappelijke positie.

Bepaald door: kennis (opleiding), salaris (inkomen), leidend gevende functies = macht.

Slide 34 - Diapositive

Ontwikkelingen arbeidsmarkt
3 ontwikkelingen:
  • werkgelegenheid veranderd voortdurend.
  • Flexibel werken is toegenomen.
  • Veel meer werk via computers.

Slide 35 - Diapositive

Werkgelegenheid
  • Verschuift per sector.
  • Afhankelijk van economie (crisis of niet)
  • Komst van machines en robots.

Slide 36 - Diapositive

Flexibel werken
21ste eeuw: toename flexibel werken.
-Zie je terug in meerdere sectoren.
-Deeltijd werken
-Oproep/uitzendkrachten
-Thuis werken

Slide 37 - Diapositive