Chemisch rekenen H8 LERNOVA

Chemisch rekenen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Chemisch rekenen

Slide 1 - Diapositive

Deze les
  •  "Hoeveel suiker zit er in één suikerklontje, uitgedrukt in moleculen?"  
  • Uitleg mol, molair en massa
  • Stoichiometrische berekeningen
  • Exit ticket 

Slide 2 - Diapositive

Begrippen van hoeveelheid

  • Dozijn 
  • Gros 
  • Duo

Een dozijn eiereren, kippen, olifanten of wat dan ook, het is altijd een vaste hoeveelheid.

Slide 3 - Diapositive

Begrippen van hoeveelheid

  • De mol is ook zo'n vaste hoeveelheid.
  • 1 mol = 6,02*1023 (moleculen)
  • = Constante van Avogadro (NA)

Dus 1 mol water bestaat uit evenveel moleculen als 1 mol goud!



Slide 4 - Diapositive

Moleculen of mol afwegen?!
  • Elk atoom heeft een eigen massa = atoommassa
  • Elk molecuul heeft dus ook een eigen massa = molecuulmassa
  • Molecuulmassa reken je uit door atoommassa's bij elkaar op te tellen.

Slide 5 - Diapositive

Wat is de molecuulmassa van water? Gebruik het periodiek systeem
A
1,008 u
B
2,016 u
C
16,00 u
D
18,016 u

Slide 6 - Quiz

Massa afwegen in u?!
  • De molecuulmassa druk je uit in u (1 u = 1,66*10-27 kg)
  • Niet echt handig rekenen...
  • Dus gebruiken we de mol!
  • Maar hoe dan?!


Slide 7 - Diapositive

Molaire massa
  • De molecuulmassa druk je uit in u (1 u = 1,66*10-27 kg)
  • De molaire massa druk je uit in gram per mol (g mol-1)
  • Molecuulmassa en molaire massa zijn gelijk, maar met een andere eenheid. (Dankzij Avogadro)
  • Molecuulmassa H2O = 18,016 u
  • Molaire massa H2O = 18,016 g mol-1 


Slide 8 - Diapositive

Blokschema chemisch rekenen





Mm = molaire massa in g mol-1 
NA = constante van Avogadro in mol-1 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag!
  • Maken oefeningen Lernova  8.1.4
leerling 1 opgaven: 1,4,7
leerling 2 opgaven: 2,5,8
leerling 3: vraag 3,6,9

Schrijf altijd de berekening op!

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Hoeveel mol calcium zit er in een glas karnemelk van 250 ml?

Slide 15 - Diapositive

Exit ticket 
Wat vond je het makkelijkst of moeilijkst vandaag?


Heb je nood aan meer theorie of praktijk voor chemie?


Kan ik nog iets betekenen, wil je nog iets vragen?

 


Slide 16 - Diapositive