4.3 Onderzoek doen

4.3 Onderzoek doen
Nakijken huiswerk (opdr. 23 2.4 en 15 4.3)
Zelfstandig werken in LessonUp aan opdr 15: 
Soorten onderzoek
(Verschillende soorten vragen)
Methoden van onderzoek

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

4.3 Onderzoek doen
Nakijken huiswerk (opdr. 23 2.4 en 15 4.3)
Zelfstandig werken in LessonUp aan opdr 15: 
Soorten onderzoek
(Verschillende soorten vragen)
Methoden van onderzoek

Slide 1 - Diapositive

 3 min STAMP:
De definitie van
Sociale cohesie
Het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben;
- het gevoel een groep te zijn/lid te zijn van een gemeenschap
- de mate van verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn
- de mate waarin anderen daar een beroep op kunnen doen.
timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

1) Waarom is vrijwilligerswerk een goede indicator voor sociale cohesie? (gebruik een deel van de omschrijving)

Slide 3 - Question ouverte

2 & 3
Conceptueel model alinea 1: soort vereniging --> percentage vrijwilligers

Conceptueel model alinea 2: 
Opleidingsniveau =>
Leeftijd =>                                            Percentage vrijwilligers
Ouders =>                         
Geslacht =>

Slide 4 - Diapositive

Geen causaliteit want,
4) Er zijn meerdere oorzaken aan te wijzen (multicausaliteit). En het is niet duidelijk in hoeverre deze oorzaken onderling samenhangen en of er nog een onderliggende oorzaak is.

Slide 5 - Diapositive

Maak de hypothese kloppend:
Hoe
hoe
Percentage vrijwilligers
Opleidings-niveau
Hoger
Hoger
Lager

Slide 6 - Question de remorquage

Onderzoeksmethoden opdr 15
Het zijn er maar 4!
Enquete: standaard vragenlijst met gesloten vragen.
Interview: Open vragen en doorvragen in gespreksvorm.
Observatie: adhv een observatielijst gedrag bestuderen
Experiment: nabootsen van de werkelijkheid in een gecontroleerde situatie waarbij je zoveel mogelijk andere variabele 'uitschakelt'.

Slide 7 - Diapositive

+ & -
Enquête: voordeel is dat er kwantitatief gemeten kan worden. Nadeel is dat de vragen goed geïnterpreteerd moeten worden (validiteit, meten wat je wilt meten).
Interview: voordeel is dat er dieper doorgevraagd kan worden maar het kost veel tijd. Geeft kwalitatieve informatie en dit is moeilijk met elkaar te vergelijken

Slide 8 - Diapositive

+ & -
Observatie: voordeel is dat de werkelijkheid direct kan worden bestudeerd maar dit is zowel tijdsintensief als dat er moet worden gemeten wat de onderzoeker ook wil meten. Dus het zoeken naar indicatoren is lastig.
Experiment: het voordeel is dat veel ruis/andere variabelen kunnen worden uitgeschakeld maar het nadeel is dat een experiment niet de werkelijk situatie is. Dus wat meet je precies? Daarnaast kan een experiment soms ook onethisch zijn.

Slide 9 - Diapositive

Maak opdracht 16 (p. 78)
Vul je antwoorden in op de volgende slide

Slide 10 - Diapositive

1) Welk soort onderzoeksvraag past het best bij 'jouw' manier van onderzoek?
A
Beschrijvend
B
Verklarend
C
Evaluatief
D
Voorspellend

Slide 11 - Quiz

Leg je keuze op de vorige vraag uit.

Slide 12 - Question ouverte

3) Welke methode zou jij gebruiken?
A
Interview
B
Enquête
C
Observatie
D
Experiment

Slide 13 - Quiz

4) Maak hierbij een passend conceptueel model.

Slide 14 - Question ouverte

5) Welke hypothese zou jij bij dit onderzoek opstellen?

Slide 15 - Question ouverte

Welk soort onderzoek zou jij bij jouw eigen onderzoeksvraag kunnen doen?
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 16 - Quiz

Zou jij voor je eigen onderzoek kwalitatief of kwantitatief onderzoek doen? Leg uit waarom (noem je onderwerp)

Slide 17 - Question ouverte

Welke methode lijkt jou het handigst voor jullie eigen onderzoek? Leg uit waarom (gebruik de voor- en nadelen)

Slide 18 - Question ouverte

Je bent klaar! Goed gedaan
Onthoud/bewaar de antwoorden over je eigen onderzoek.

Als je vragen hebt, stuur ze in de chat van Teams.
NU volgen nog 2 terugblik vragen:

Slide 19 - Diapositive

Noem 2 dingen die je geleerd hebt van deze les.

Slide 20 - Question ouverte

Noem 1 ding wat je nog lastig vindt OF stel 1 vraag.

Slide 21 - Question ouverte