Ontdek de wereld van Nederlandse taal

Ontdek de wereld van Nederlandse taal

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je voornaamwoorden en woordsoorten in het Nederlands herkennen en toepassen

Voornaamwoorden

Persoonlijk, bezittelijk, aanwijzend en vragend

Voornaamwoorden - Meerkeuzevragen

Welk type voornaamwoord vervangt een zelfstandig naamwoord?

Voornaamwoorden - Open Vragen

Geef een voorbeeld van een aanwijzend voornaamwoord

Voornaamwoorden - Waar/niet waar

Een aanwijzend voornaamwoord kan ook een bezittelijk voornaamwoord zijn. Waar of niet waar?

Woordsoorten

Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, hulpwerkwoord, koppelwerkwoord en zelfstandig werkwoord

Woordsoorten - Meerkeuzevragen

Welk woord hoort niet in de rij thuis: stoel, tafel, lopen, mooi?

Woordsoorten - Open Vragen

Noem een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord

Woordsoorten - Waar/niet waar

Een voorzetsel geeft altijd een handeling aan. Waar of niet waar?

Voegwoord

Verbindt zinnen of delen van zinnen

Voegwoord - Meerkeuzevragen

Welk woord is een voegwoord: en, tafel, mooi, snel?

Voegwoord - Open Vragen

Geef een voorbeeld van een voegwoord

Voegwoord - Waar/niet waar

Een voegwoord verbindt zinnen maar kan ook een zelfstandig naamwoord zijn. Waar of niet waar?

Samenvatting

Herhaal de belangrijkste begrippen van de les

Oefening

Los een aantal oefeningen op met voornaamwoorden, woordsoorten en voegwoorden

Toetsvoorbereiding

Geef tips voor het voorbereiden op de toets

Toets

Maak de toets over voornaamwoorden, woordsoorten en voegwoorden

Evaluatie

Bespreken wat je hebt geleerd en wat je nog moeilijk vindt