LE13 - LA Psychogeriatrische zorgvrager - week 2

• Verpleging en verzorging
• Beroepsopleiding

Psychogeriatrische zorgvrager

LE 13 Onderkent de gezondheidstoestand op somatisch en psychsociaal gebied 2

Onderwerpen

Dementie

Verloop van dementie

Hersenen

Hersendelen

Vroegsignalering

Zorg voor de cliënten

Verstandelijke beperking en dementie 

Huiswerk

Dementie

Naam voor een combinatie van symptomen (een syndroom) waarbij de verwerking van informatie in de hersenen is verstoord.

50 hersenziekten dragen bij aan dementie, bijv.: Ziekte van Alzheimer, Vasculaire dementie,  dementie van Lewy bodies en FrontoTemporale dementie.

Diagnose: geheugenstoornissen, afasie, apraxie, agnosie of stoornis in uitvoerende functies.

Verloop van dementie

Dementie is progressief

Hersencellen krimpen of verbindingen raken beschadigd.

Snelheid is afhankelijk van soort hersenziekte.

Stadia:

1. Beginnende dementie (De bedreigde ik)

2. Matig ernstige dementie (De verdwaalde ik)

3. Ernstige dementie, cliënt is volledig afhankelijk (De verborgen ik)

4. Ernstige dementie, cliënt kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks en ligt in foetushouding.(De verzonken ik)

Hersenen

• zijn met het ruggenmerg het middelpunt van het zenuwstelsel
• zijn het controlecentrum van je lichaam
• verwerken informatie van je zintuigen, 
• coördineren je denken en de meeste van je bewegingen, 
• stellen je in staat te denken en te communiceren.

Onderverdeling van de hersenen

Hersenkwabben

Functies in de hersenen

Opdracht

Maak met je groep een pitch over 2 andere vormen van dementie (die je niet hebt gekozen met je groep). Wat moet daar minimaal in komen:

• Wat is de vorm van dementie?
  
• Wat gebeurd er in de hersenen bij de vorm van dementie?
  
• Benoem 2 kenmerken waaraan je de vorm kunt herkennen
  
• Hoe is verloop ervan?
  

De pitch mag maximaal 5 minuten duren. Als iedere groep de pitch klaar heeft, geef je klassikaal de pitch aan elkaar. Deze pitch maak je in Word en deel je nadat alle pitches zijn geweest met je klasgenoten.

Vroegsignalering

• Achterdochtig zijn (vroeger niet)
  
• Laten liggen van bedorven voedsel in koelkast
  
• Niet meer goed kunnen bedienen van apparaten zoals koffiezetapparaat, wasmachine en tv
  
• Er onverzorgd uitzien (vroeger niet)
  
• Telkens vergeten welke dag het is
  
• Telkens herhalen van de zelfde vragen of verhalen
  
• Verdwalen op bekend terrein
  
• Vergeten van afspraken (vroeger niet)
  
• Het kwijt zijn en zoeken naar spullen (vroeger niet)

Waarom adviseer je bij deze signaleringen 

om naar de huisarts te gaan?

• Verkorten van een periode van onzekerheid 
• Geruststellen als het geen dementie is
  
• Gedrag wordt verklaarbaar
  
• Passende zorg en begeleiding bieden
  
• Antidementie medicatie overwegen
  
• Toekomst overdenken
  
• Zelf zaken bijtijds regelen
  
• Voorkomen van risicovolle situaties
  
• Geleidelijk leren omgaan met situatie

Opdracht

Dementie bij een zorgvrager met 

een verstandelijke beperking

•  Uitwerking is vaak ernstiger 
•  Verlies van vaardigheden, goed te zien bij mensen met
• licht of matige verstandelijke beperking
•  Letten op non-verbale communicatie van de cliënt
• Persoonlijke benadering

Zorg voor een cliënt met dementie

• Autonomie behouden
• Afstemmen met cliënt
• Agnosie > voordoen waar een onderwerp voor dient, laten voelen etc.
• Apraxie > handeling in korte stukjes
• Afasie > rustige benadering, 1 op 1, korte zinnen, oogcontact
• Zorgzame en professionele houding
• Geduld hebben

Verder werken aan de opdrachten