§1.3 Spanning en stroomsterkte - les 2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

§1.3 Spanning en stroomsterkte

Lesplanning:

1. Uitleg 
   eenheid vermogen afleiden en capaciteit
2. Afronden opgaven §1.3
3. Afsluitende vraag

4anat1 woensdag week 38

4anat2 dinsdag week 38

Lesdoelen

Aan het einde van deze les kan je...

• rekenen met
         I = Q / t 
         U = ΔE / Q
         P = U * I
• De formule voor vermogen
  (P = U * I) afleiden uit I = Q/t en
   U = ΔE / Q.

Stroomsterkte

De hoeveelheid lading dat per seconde een 

bepaald punt in de 

stroomkring passeert.

I=​t​​Q​​

I de stroomsterkte in Ampère (A)

Q de lading in Coulomb (C)

t de tijd in seconden (s)

Spanning

De hoeveelheid elektrische energie dat een lading afgeeft tussen twee punten in de stroomkring. 

U=​Q​​ΔE​​

U de spanning in volt (V)

ΔE energieverschil in joule (J)

Q de lading in Coulomb (C)

Het vermogen

P(W)=U(V)⋅I(A)

W = J/s

De eenheid van vermogen afleiden.

Capaciteit

De hoeveelheid 'elektrische energie' die in een batterij is opgeslagen uitgedrukt in mAh.

Capaciteit

De hoeveelheid 'elektrische energie' die in een batterij is opgeslagen uitgedrukt in mAh.

1 uur lang 2600 mA 

2 uur lang 1300 mA

0,5 uur lang 5200 mA

Oefenopgave 1

Op de batterij in de afbeelding wordt een lampje aangesloten. Door dit lampje loopt een stroom van 0,6 A. 

A.  Bereken hoe lang het duurt
      voordat de batterij leeg is. 

B.  Bereken hoeveel elektronen
      er door het lampje zijn
      gestroomd. 

Oefenopgave 2

Op de 1,5 V-batterij in de afbeelding wordt een klok met een vermogen van 8 mW aangesloten. Bereken hoe lang het duurt voordat de batterij leeg is. 

Aan de slag

§1.3 opgave (27), 28 t/m 31, (32), 33 en 34

 Klaar, kijk de opgaven na.

Woensdag week 38

Een gloeilampje is aangesloten op een spanningsbron. Je verdubbeld de spanning die de spanningsbron levert. Het totale vermogen dat de bron levert is ...

1. twee keer zo groot.
2. vier keer zo groot.
3. tussen de twee en vier keer zo groot.
4. meer dan vier keer zo groot.

Alvast vooruitlopend op paragraaf 4. 

Een gloeilampje is een PTC dat wil zeggen dat de weerstand toeneemt als de temperatuur toeneemt. Bij een grotere spanning neemt de temperatuur van het lampje toe en daarmee ook de weerstand. Daarom wordt de stroomsterkte minder dan twee keer zo groot wanneer de spanning verdubbeld en daarom zal het vemogen tussen de twee en vier keer zo groot worden.

De transformator

Klokhuis