De impact van communisme, dictatuur en propaganda

De impact van communisme, dictatuur en propaganda

Leerdoelen

- Begrijpen wat communisme, dictatuur en propaganda betekenen. 

- Leren hoe deze concepten in de praktijk worden toegepast in landen als China en Noord-Korea. 

- Kritisch nadenken over de impact van deze concepten op de maatschappij en het dagelijks leven.

Wat weet je al over communisme, dictatuur en propaganda?

Communisme

Een politieke ideologie waarbij de productiemiddelen eigendom zijn van de gemeenschap en er geen privébezit is. De staat heeft een centrale rol in de economie.

Dictatuur

Een regeringsvorm waarbij één persoon of een kleine groep de absolute macht heeft, zonder rekening te houden met de wil van het volk. Dictaturen hebben vaak een autoritair regime.

Propaganda

Het verspreiden van informatie, ideeën of opvattingen om aanhangers te werven of om een bepaald gedrag te bevorderen. Het doel is om de publieke opinie te beïnvloeden.

Praktijk in China

Bespreking van het communistische regime en de inzet van propaganda om de ideologie te versterken. Ook de rol van de Chinese Communistische Partij komt aan bod.

Praktijk in Noord-Korea

Analyse van het totalitaire regime onder leiding van de Kim-dynastie en de extreme vormen van propaganda die worden gebruikt om de macht te behouden.

Impact op de maatschappij

Bespreking van de sociale, economische en politieke gevolgen van deze concepten op de maatschappij, met aandacht voor de beperking van vrijheden en de rol van de overheid.

Kritisch denken

Wat is de impact van communisme/dictatuur en propaganda op het fagelijks leven van.. 

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.