Les 2: Cognitieve ontwikkeling: logisch denken

• Toegepaste gedragswetenschappen
• Secundair onderwijs

Wat is logisch denken?

Nadia (11 jaar) kijkt naar een foto van haar slaapkamer. Ze ziet dat deze foto genomen is van het raam.

Over welke denkhandeling (logisch denken) gaat het hier?

1. Reversibel denken
2. Decentreren
3. Perspectief nemen
4. Conservatieprobleem oplossen

Perspectief nemen

• Nadia begrijpt dat haar slaapkamer er anders uitziet vanuit verschillende hoeken. 

Paulina (8 jaar) maakt samen met haar grote broer een milkshake. Paulina meet alle ingrediënten zorgvuldig af en mixt alles tot een heerlijke milkshake. Haar broer schenkt twee glazen uit. Nadia (5 jaar), de kleine zus van Paulina, kiest als eerste een glas. Ze kiest het hoge, smalle glas, want zo heeft ze meer milkshake. ‘Voor mij maakt het niet uit,’ zegt Paulina. ‘In het andere glas zit evenveel.’
Over welke denkhandeling (logisch denken) gaat het hier?

1. Conservatieprobleem oplossen
2. Aandacht hebben voor begin- en eindtoestand en het proces ertussenin
3. Decentreren
4. Reversibel denken

Conservatieprobleem oplossen

• Paulina begrijpt dat iets van vorm kan veranderen, maar dat de hoeveelheid hetzelfde blijft.  

Maggie (10 jaar) kan vertellen hoe koffie gemaakt wordt: mama giet kokend water op de oploskoffie en roert.

Over welke denkhandeling (logisch denken) gaat het hier?

1. Reversibel denken
2. Decentreren
3. Conservatieprobleem oplossen
4. Aandacht hebben voor begin- en eindtoestand en het proces ertussenin

Maggie heeft aandacht voor zowel de begin- als eindtoestand en het proces ertussenin.

• Begintoestand: koffiepoeder
• Eindtoestand: koffie
• Proces: kokend water over de oploskoffie gieten en roeren 

Mats (12 jaar) laat een veertje en een knikker tegelijkertijd van de tafel vallen. Hij weet dat de knikker veel sneller is omdat het zwaarder is dan het veertje.

Over welke denkhandeling (logisch denken) gaat het hier?

1. Reversibel denken
2. Decentreren
3. Perspectief nemen
4. Conservatieprobleem oplossen

Decentreren

• Mats brengt verschillende zaken met elkaar in verband: gewicht van de knikker en het veertje & de valsnelheid.
• Hij houdt met verschillende dingen tegelijkertijd rekening.

Mieke (7 jaar) en mama zijn net van hun huis naar de kerk gelopen. Mama vraagt aan Mieke hoe ze nu terug naar huis moeten stappen. Mieke kan dit traject uitleggen.

Over welke denkhandeling (logisch denken) gaat het hier?

1. Reversibel denken
2. Aandacht hebben voor begin- en eindtoestand en het proces ertussenin
3. Decentreren
4. Perspectief nemen

Reversibel denken

• Mieke legt de weg omgekeerd terug uit: van waar ze nu zijn tot thuis.