week 8 dementie

Week 8
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
ziekteleerMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 9 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Week 8

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
Weet je nog?
Dementie
Opdrachten

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Laberatorium onderzoek
Röntgenfoto
Echo
MRI

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Probeer binnen één minuut de volgende zestien woorden te onthouden. Na deze minuut mogen jullie de woorden voor jezelf opschrijven. Hoeveel woorden heb jij goed?


De woorden:
Banaan, dromedaris, basgitaar, aannemer, bizon, drumstel, appel, docent,citroen, altviool, concierge, cavia, cello, druif, bakker, aap

Energizer- geheugen





timer
1:00

Slide 4 - Diapositive

Wijs de studenten op het hoofdstuk Methodiek 2.8- Mijn studenten hebben dit ook gemaakt qua opdrachten. Dus hebben de voorkennis al.
Welke woorden weet jij nog?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat komt er in je op als je denkt aan dementie?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Dementie
Is de naam voor een combinatie van symptomen (syndroom) waarbij de hersenen de informatie niet meer goed  kunnen verwerken
 
Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes.
 De meest voorkomende en bekende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer.
Daarnaast komen de onderstaande ziektebeelden ook veel voor:
- Vasculaire dementie
-Fronto-temporale dementie (ook wel ziekte van Pick genoemd)
-
Lewy
body dementie
- Ziekte van Korsakov


Slide 9 - Diapositive

Wijs de studenten op het hoofdstuk Methodiek 2.8- Mijn studenten hebben dit ook gemaakt qua opdrachten. Dus hebben de voorkennis al.
Alzheimer
De meest voorkomende vorm van dementie is  Alzheimer: 70%
Zenuwcellen in de hersenen gaan kapot omdat onder andere bepaalde eiwitten zich ophopen in de zenuwcellen,
Gemiddeld duurt de ziekte 8 tot 10 jaar.
De ziekte start meestal in de hippocampus, je kunt hierdoor moeilijker nieuwe dingen onthouden.
hersencellen functioneren niet meer, krimpen en verdwijnen.

Slide 10 - Diapositive

levensverwachting kan uiteenlopen van 3 tot 20 jaar.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vasculaire dementie
problemen in de doorbloeding van de hersenen, vaatschade is de hoofdoorzaak, b.v.  bij mensen met diabetes, hoge bloeddruk of een CVA.
Gevolg: de verbindingen tussen de hersencellen raken beschadigd. 
De symptomen: afhankelijk van het hersengebied wat  is beschadigd 
vaak: mensen gaan langzamer, denken, spreken en handelen.
concentreren is moeilijker en meerdere dingen tegelijk doen.
lichamelijke verschijnselen kunnen zijn: wankelen, langzamer lopen of verlamming of gevoelsverlies kunnen ontstaan.
levensverwachting: gemiddeld 5 jaar (kan korter of langer zijn).

Slide 12 - Diapositive

gestoorde doorbloeding van de hersenen.
beschadiging van de witte stof.
oorzaak kan ook zijn: hartritmestoornissen
levensverwachting: gemiddeld 5 jaar maar 15 jaar kan ook afhankelijk van leeftijd, ernst van de ziekte en aanwezigheid van andere ziektes. Fatale beroerte of hartinfarct is vaak reden van overlijden.
fronto-temporale dementie (FTD)
-komt vaak voor op jongere leeftijd (40-60 jaar)
-ontstaat door: hersencellen in de frontaalkwab en de temporaalkwab sterven af.
-verschijnselen: afhankelijk van de plaats in de hersenen die beschadigd zijn.
-levensverwachting: gemiddeld 6 tot 8 jaar.
-3 varianten: gedragsvariant, taalvariant, bewegingsvariant.

Slide 13 - Diapositive

op de ziekte van alzheimer na komt deze vorm van dementie het meest voor bij mensen tussen 40 en 60 jaar.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kenmerken van dementie
-geheugenstoornissen. 
-desoriëntatie (niet weten waar je bent).
-oordeel en kritiek stoornissen
(situatie niet kunnen inschatten).
-gedragsstoornissen.
-stemmingsstoornissen.
-afasie: spreken, begrijpen, lezen en schrijven.
-apraxie: kan handelingen niet meer uitvoeren b.v. smeren van een boter op een boterham.
-agnosie: moeite met herkennen, zien, horen, proeven, ruiken en voelen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lewy body dementie
Lewy body is te herkennen aan schommelingen in geestelijke achteruitgang, vaak heeft iemand ook verschijnselen van Parkinson.
-symptomen: aandachtsstoornissen, visuele hallucinaties, gevoelig voor de bijwerkingen van de medicijnen  tegen hallucinaties.
-oorzaak: lewy bodies zijn speciale eiwitafzettingen in de zenuwcellen van de hersenen voornamelijk in de hersenschors. Voor een groot deel niet erfelijk.
-levensverwachting: gemiddeld 5 tot 12 jaar na de diagnose.
-plek in de hersenen: begint vaak in de hersenstam.

Slide 16 - Diapositive

visuele hallucinaties: dingen zien die er niet zijn.

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

VANAF 45 jaar/ jonge zorgvragers 
'' Naar schatting zijn er in Nederland 12.000 mensen met dementie die jonger zijn dan 65 jaar. ''

- vaak erfelijk 
- lichamelijk sterk
- andere behoeften dan ouderen
- aparte begeleidingsprogramma's

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

syndroom van Korsakov
-oorzaak: ernstig gebrek aan vitamine B1. Komt in Nederland voor bij mensen die verslaafd zijn aan alcohol.
-verschijnselen: geheugenverlies, moeite met tijd en plaats, moeite om personen te herkennen.
-eerlijk liegen: Bij de geheugenproblemen vullen ze de gaten met fantasieverhalen. Ze zijn overtuigd dat de verhalen waar zijn.
mensen worden agressief of trekken zich terug, nemen geen initiatief meer.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stadium 1
Stadium 2
Stadium 3
Stadium 4
Spullen kwijtraken
Een 'fout' maken tijdens een bezigheid verbergen door er een grapje van te maken
Moeite met orienteren 
Minder goed met woorden uitdrukken
''Sorry ik ben de afspraak vergeten''
''Ik zit al 20 minuten in de auto en ik weet niet meer waar ik naartoe zou gaan''
Tijd 23.30uur
''ik ga even booschappen doen''
''Ik kan niet meer vertellen hoe ik me voel''

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Dementie is geneesbaar .
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vormen van dementie zijn er?
A
Ziekte ven Alzheimer, Lewy body dementie
B
Ziekte van Parkinson en alleen vasculaire dementie.
C
Ziekte van Alzheimer , vasculaire dementie, frontotermonale dementie, Lewy body dementie en nog veel meer.
D
Ik heb echt geen enkel idee

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de bekendste vorm van dementie?
A
Ziekte van Parkinson
B
Lewy body dementie
C
Ziekte van Alzheimer
D
Vasculaire dementie

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom komen er steeds meer mensen met dementie?
A
door erfelijkheid
B
mensen worden steeds ouder
C
door overgewicht
D
door hoge bloeddruk

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ga je GOED om met dementie; oftewel, waar staat de afkorting voor?
A
Geruststellen;Oogcontact; Even meedenken;Dankjewel
B
Goedpraten;Oogcontact;Emotie tonen; Doorvragen
C
Geruststellen; Objectief;Even meedenken;Duidelijkheid
D
Goedgezind;Open houding; Energiek; Dankjewel

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanaf welk levensjaar is ons brein volgroeid?
A
24
B
21
C
27
D
22

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Robotica
Mensen met dementie kunnen veel hebben aan robotica

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vergeet jij weleens iets?
En hoe voelt dat?

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Dementie 
Maken: 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 65 

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij dementie kunnen hallucinaties
optreden als symptoom.

Wat wordt bedoeld met een hallucinatie?
A
Een fantasie die als werkelijkheid ervaren wordt
B
Een waarneming die in feite niet aanwezig is
C
Een herinnering anders dan de werkelijkheid
D
Een hallucinatie komt niet voor bij Dementie

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij dementie kunnen wanen optreden als symptoom.

Wat wordt bedoeld met een waan?
A
Een fantasie die als werkelijkheid ervaren wordt
B
Een waarneming die in feite niet aanwezig is
C
Een herinnering anders dan de werkelijkheid
D
Een waan komt niet voor bij Dementie

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 38 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijkersvragen
1. In welke fase denk jij dat de meneer in dit filmpje zit?
2. Waarom denk je dat?
timer
2:00

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woorden weet jij nog?

Slide 42 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stadia dementie: 

Slide 43 - Diapositive

 Bedreigde ik = beginnende dementie
Verdwaalde ik = matig ernstige dementie
Verborgen ik = ernstige dementie (volledig afhankelijk)
Verzonken ik = (cliënt kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks, ligt vaak in foetushouding als pasgeboren baby)

Zie thema 4.13 PBSD

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is FREEZING
A
bevriezen van de beweging
B
geen stap meer kunnen verzetten
C
kleine, snelle pasjes op de plaats maken
D
antwoord A, B en C

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

akinesie
rigiditeit
tremor
stijfheid
masker
gelaat
schudbeweging door onwillekeurige samentrekking van spieren
bewegings
-armoede

Slide 47 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleepvraag benaming

1
2
3
4
5
6
7
8
Frontale kwab
cerebrum
pariëtale kwab 
occipitale kwab
Temporale kwab
cerebellum/ kleine hersenen
hersenstam
begin van ruggenmerg

Slide 48 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions