2.2

• vergroening stedelijke omgeving
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 4

Welke 3 voereters kennen we (latijnse namen)?

Vergroening stedelijke omgeving

Lesplan

Theorie

Voeren van de dieren

maken 2.2 en praktijkopdracht 2 en 3

Leerdoelen

• Ik weet dat je dieren niet te veel en niet te weinig moet voeren.
• Ik weet welke soorten voer de belangrijkste gezelschapsdieren eten.
• Ik kan de belangrijkste soorten voer herkennen.
• Ik kan dieren voeren aan de hand van een schema of voerkaart.
• Ik kan hoeveelheden voer afwegen. 

Voer en water

Water is belangrijker dan voer!

Volledig voer

Onvolledig voer 

Rantsoen

De hoeveelheid voer die een dier krijgt per dag.

Afhankelijk van arbeid en lichaamsgewicht. 

Warmbloedige dieren

Koudbloedige dieren

Slang

Kat

Gekko

Paard

Schildpad

Gerbil

Konijnen zijn knaagdieren

1. Waar
2. Niet waar

Aan de slag

Naar het dierlokaal voeren en praktijkopdracht 2

maken 2.2 en praktijkopdracht 3.

Leg uit wat koudbloedige dieren zijn

Voer is belangrijker dan water

1. Waar
2. Niet waar

Wat is volledig voer

Huiswerk

2.2 en praktijkopdracht 3