Communicatieve vaardigheden les 5

Communicatieve vaardigheden
les 5
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Helpende zorg en welzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Communicatieve vaardigheden
les 5

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je nog van vorige week....

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LSD betekent
A
Lopen, struikelen, door lopen
B
Luisteren, samen praten, doorvragen
C
Luisteren, samenvatten, doorvragen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is actief luisteren
A
Je oren goed gebruiken zodat je alles opvangt
B
achteraf goed samenvatten en afspraken noteren
C
met je volle aandacht zoeken naar het echte verhaal achter de boodschap
D
zorgen dat je met een goede oplossing komt

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leervragen
  1. Wat zijn communicatierichtlijnen in een organisatie
2. Wat zijn de wensen van een patiënt? 


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huisstijl
Organisaties hebben een huisstijl. Deze huisstijl bepaalt de uitstraling naar de buitenwereld. Een vakantiepark voor gezinnen zal voor een gastvrije, vrolijke en gezellige uitstraling kiezen, terwijl een natuurcamping eerder rust wil uitstralen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat stralen de volgende logo's uit?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De huisstijl
De huisstijl bepaalt hoe de communicatie eruitziet. Denk hierbij aan de vormen, kleuren en lettertypes van:

  • het logo van de organisatie
  • folders, brieven en e-mails
  • bedrijfskleding
  • reclamematerialen
  • visitekaartjes
  • website

Slide 11 - Diapositive

Je referentiekader wordt bepaald door de mensen met wie je omgaat.
Familie, vrienden, opleiding, maar ook de media.
Door verschillen van de referentiekader kunnen er communicatieproblemen ontstaan.

Je begrijpt de ander niet omdat je totaal anders denkt, andere interesse hebt of een andere politieke overtuiging of levensbeschouwing.

Er zijn verschillende communicatiemiddelen die je kunt gebruiken. Kies steeds het middel dat het beste past bij de situatie.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let verder op dat je...

1. Snel berichten beantwoord
2. Blijf zakelijk
3. Kies voor een neutrale stijl
4. Gebruik correct Nederlands

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wensen van de cliënt
Op je werk ben je gastvrij. Je helpt cliënten. Dat betekent dat je rekening moet houden met hun wensen. Maar hoe weet je wat wensen zijn van de cliënt?

Je kunt hier op verschillende manieren achter komen:
1. Ken je cliënt.
2. Stel vragen.
3. Kijk.
 4. Controleer of je gelijk hebt.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samen maken we.............
Opdracht 38

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

MAKEN

Opdracht: 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leervragen
  1. Wat zijn communicatierichtlijnen in een organisatie
2. Wat zijn de wensen van een patiënt? 


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions