Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
3.2 Crisis en ontevredenheid
H3 Het interbellum 1919-1939
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Alles nog even op een rijtje:
De les is in twee delen opgedeeld.
Maak eerst deel 1 voor jezelf, ga dan verder met deel 2.
Schrijf vragen op zodat je die kan stellen tijdens de les in teams.
Slide 3 - Diapositive
Lesdoelen
Jullie kunnen drie redenen noemen waarom Duitsers ontevreden waren met de Weimar Republiek.
Jullie kunnen uitleggen wat de dolkstootlegende inhield.
Jullie kunnen uitleggen hoe Hitler gebruik maakte van de ontevredenheid in de Weimar Republiek.
Jullie kunnen uitleggen hoe het Dawesplan er voor zorgde dat het weer wat beter leek te gaan in de Weimar Republiek.
Jullie kunnen uitleggen hoe de Beurskrach voor een economische crisis zorgde in Amerika.
Jullie kunnen uitleggen dat de economische crisis in de Weimar Republiek zorgde voor een verlangen naar een sterke leider.
Jullie kunnen drie kenmerken van het fascisme noemen.
Jullie kunnen uitleggen hoe Mussolini aan de macht is gekomen in Italië.
Slide 4 - Diapositive
Deel 1
Bekijk de volgende slides en maak de quiz vragen.
Ben je bij de slide waar de opdrachten van het boek staan?
Maak de opdrachten en dan kan je door naar deel 2.
Slide 5 - Diapositive
Uitleg filmpje: Republiek van Weimar
Kijk het korte filmpje op de volgende slide.
Beantwoord daarna de quiz vragen op slides die daarna komen ter controle.
Schrijf vragen op als je die hebt zodat je ze kan stellen tijdens de les in teams.
Moelijke woorden:
Parlementaire Democratie - zie blz. 9 van je boek
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
01:24
Deze afbeeldingen gaan over:
A
Hyperinflatie
B
Staatsgreep
C
Demilitarisatie
D
Dolkstootlegende
Slide 8 - Quiz
02:00
Welk probleem tijdens de Weimar Republiek zie je op de afbeelding?
A
Hitler aan de macht
B
Hyperinflatie
C
Dolkstootlegende
D
Vrede van Versailles
Slide 9 - Quiz
Kort samengevat
Republiek van Weimar
Na de vlucht van de keizer naar Nederland werd Duitsland een Republiek.. De Republiek van Weimar had veel problemen. Het volk wat niet tevreden met de regering.
Het volk was boos op de regering omdat ze het Verdrag van Versailles hadden ondertekend.
Het volk had te horen gekregen dat Duitsland de oorlog gewonnen kon hebben. (Dit was niet waar)
Het ging erg slecht met de economie. Duitsland kon het geld voor de herstelbetalingen niet meer opbrengen.
Je bent nu in staat om de lesdoelen 1 en 2 van deze paragraaf te beantwoorden.
Slide 10 - Diapositive
Kort samengevat
Hitlers mislukte staatsgreep
- Hitler geloofde in de dolkstootlegende.
- Hij was lid en al snel leider van de DAP later NSDAP.
- Toen de hyperinflatie ontstond doordat Frankrijk het Ruhrgebied innam ging het echt heel slecht met Duitsland Hilter pleegde een staatsgreep, die mislukt.
- Hij moet 5 jaar de cel in waar hij Mein Kampf schreef.
Je bent nu is staat om lesdoel 3 van deze paragraaf te beantwoorden
Slide 11 - Diapositive
het Dawesplan
Door het Dawesplanging het weer beter met Duitsland
Door meer welvaart weer vertrouwen in de politiek tot 1929
Je bent nu in staat om lesdoel 4 van deze paragraaf te beantwoorden
Slide 12 - Diapositive
Hoe wordt het vermeende verraad van de Duitse regering over het einde van WOI genoemd?
A
rugsteeklegende
B
dolkstootlegende
C
messteeklegende
D
ijspriemlegende
Slide 13 - Quiz
Bij welk begrip past deze foto goed?
A
Hyperinflatie
B
Staatsgreep
C
Demilitarisatie
D
Dolkstootlegende
Slide 14 - Quiz
Welke problemen had de Republiek van Weimar?
Slide 15 - Question ouverte
Geef een omschrijving van de dolkstootlegende
Slide 16 - Question ouverte
Beantwoorde de ledoelen
Lezen bladzijde:
75
Maken blz 78
1 t/m 5
Beantwoord de lesdoelen:
Jullie kunnen drie redenen noemen waarom Duitsers ontevreden waren met de Weimar Republiek.
Jullie kunnen uitleggen wat de dolkstootlegende inhield.
Jullie kunnen uitleggen hoe Hitler gebruik maakte van de ontevredenheid in de Weimar Republiek.
Jullie kunnen uitleggen hoe het Dawesplan er voor zorgde dat het weer wat beter leek te gaan in de Weimar Republiek.
Aan de slag
Slide 17 - Diapositive
Maak een foto van je gemaakte huiswerk. Dit moet wel leesbaar zijn.
Slide 18 - Question ouverte
Deel 2
Bekijk de volgende slides en maak de quiz vragen.
Ben je bij de slide waar de opdrachten van het boek staan?
Maak de opdrachten en dan ben je klaar met deze paragraaf.
Slide 19 - Diapositive
Uitleg filmpje: De beurskrach
Kijk het korte filmpje op de volgende slide.
Beantwoord daarna de quiz vragen op slides die daarna komen ter controle.
Schrijf vragen op als je die hebt zodat je ze kan stellen tijdens de les in teams.
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
01:50
In welk jaar was de beurskrach?
A
1920
B
1928
C
1929
D
1933
Slide 22 - Quiz
03:34
De beurskrach (1929) is een oorzaak van de populariteit van Hitler.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quiz
Zwarte Donderdag 24 oktober 1929: beurskrach
Beurskrach en crisis
Miljoenen aandelen zijn in één klap niets meer waard
Bedrijven en banken gaan failliet: grote werkloosheid
Daling van de handel zorgt voor een economische wereldcrisis
bron 6
bron 5
Slide 24 - Diapositive
Kort samengevat
Door beurskrach burgers ontevreden:
miljoenen Duitsers werkloos
roep om een sterke leider neemt toe >Hitler en Italië
Fascisme: - tegen democratie - nationalistisch - gebruik geweld is goed om doelen te bereiken - veel propaganda, o.a. persoonverheerlijking
Je bent nu in staat om de lesdoelen 5 en 6 van deze
paragraaf te beantwoorden
Sterke leiders
Slide 25 - Diapositive
Uitleg filmpje: Wat is Fascisme
Kijk het korte filmpje op de volgende slide.
Beantwoord daarna de quiz vragen op slides die daarna komen ter controle.
Schrijf vragen op als je die hebt zodat je ze kan stellen tijdens de les in teams.
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Vidéo
Wat is géén kenmerk van het fascisme?
A
Sterke leider
B
Democratisch
C
Nationalisme
D
Geweld is goed
Slide 28 - Quiz
Leg uit waarom veel Duitsers tijdens de economische crisis steeds meer gingen verlangen naar een sterke leider?
Slide 29 - Question ouverte
Fascisme in Italië
Benito Mussolini; Il Duce (=de leider)
Weinig vertrouwen in democratie
Oplossing: één sterke leider met een partijleger
Kenmerken Fascisme:
Nationalistisch; Liefde voor het vaderland
Gewelddadig; Tegenstanders afschrikken
Antidemocratisch; één sterke leider
Door ontevredenheid over regering en hoge werkloosheid was er behoefte aan een sterke leider. Mussolini vertelde het volk dat hij alle problemen zou oplossen als hij de macht had.
Je bent nu in staat op de lesdoelen 7 en 8 van deze paragraaf te beantwoorden
Slide 30 - Diapositive
Beantwoorde de ledoelen
Lezen bladzijde:
76 en 77
Maken blz 79 en 80
6 t/m 9 en 12
Beantwoord de lesdoelen:
5. Jullie kunnen uitleggen hoe de Beurskrach voor een economische crisis zorgde in Amerika.
6. Jullie kunnen uitleggen dat de economische crisis in de Weimar Republiek zorgde voor een verlangen naar een sterke leider.
7. Jullie kunnen drie kenmerken van het fascisme noemen.
8. Jullie kunnen uitleggen hoe Mussolini aan de macht is gekomen in Italië
Aan de slag
Slide 31 - Diapositive
Maak een foto van je gemaakte huiswerk. Dit moet wel leesbaar zijn