Taalverzorging 7 + 9 les 4

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Taalverzorging 

Grammatica

Spelling

Formuleren

Taalbewustzijn

Taalverzorging 

Je weet hoe je een zin kan ontleden en de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde, het onderwerp en het lijdend voorwerp benoemen.

Je weet wat een verwijswoord is en kan het juiste verwijswoord in een zin gebruiken. 

Lezen

Schrijf deze zinnen op:

Marnix interviewde zijn twee klasgenoten om vijf uur.

Sem en Levi proberen in een achtbaan hun broodje kroket te eten. 

Ontleed deze zinnen

- persoonsvorm

- werkwoordelijk gezegde 

- zin in zinsdelen verdelen

- onderwerp

- lijdend voorwerp

Taalverzorging

• Grammatica (zinsdelen en woordsoorten)
  

• Spelling (stukje werkwoordspelling + 'gewone' spelling)
  

• Formuleren (verwijswoorden, signaalwoorden, letterlijk en figuurlijk)
  

• Beeldtaal 
  

De tas ... daar staat, is van mij.

1. dat
2. dit
3. deze
4. die

Het meisje ... daar loopt is mijn buurmeisje.

1. dat
2. dit
3. deze
4. die

beeldspraak 

bespreken: letterlijk en figuurlijk

opdracht 34

Aan de slag!

Verwijswoorden: opdracht 29 en 30 van blz. 29/30

Letterlijk en figuurlijk: opdracht 33, 35a, 36 en 37 van blz. 32

Klaar? 

Oefenen met werkwoordspelling? Maak opdracht 14, 19 en 22