Herhaling TA5 thema 2 groep 7

Herhaling TA5 thema 2 groep 7
Doen-zin en zijn-zin
Pv, gez, ond, lv, mv, bep
Eigennamen met hoofdletters schrijven
2 verschillende meervouden
Spreekwoorden/ uitdrukkingen met eten
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 2 min

Éléments de cette leçon

Herhaling TA5 thema 2 groep 7
Doen-zin en zijn-zin
Pv, gez, ond, lv, mv, bep
Eigennamen met hoofdletters schrijven
2 verschillende meervouden
Spreekwoorden/ uitdrukkingen met eten

Slide 1 - Diapositive

Doen-zinnen en zijn-zinnen
1= Kijk naar het werkwoord in de zin?


Zijn-zin
doen-zin
ben
de rest
is
zijn
was/waren

Slide 2 - Diapositive

De juf neemt strenge beslissingen.
A
zijn-zin
B
doen-zin

Slide 3 - Quiz

Maak van de doen-zin een zijn-zin.
De juf neemt strenge beslissingen.

Slide 4 - Question ouverte

Hij is de leider van de groep.
A
doen-zin
B
zijn-zin

Slide 5 - Quiz

Maak van de zijn-zin een doen-zin.
Hij is de leider van de groep.

Slide 6 - Question ouverte

Ontleden
pv
gez
ond
lv
mv
bep

Slide 7 - Diapositive

Wat is de pv?
De juf gaf gisteren in de klas aan het meisje de uitleg.
A
de juf
B
gaf
C
gaf aan
D
de uitleg

Slide 8 - Quiz

Wat is het gezegde?
De juf gaf gisteren in de klas aan het meisje de uitleg.
A
gaf
B
gaf aan
C
de juf
D
in de klas

Slide 9 - Quiz

Wat is het onderwerp ?
De juf gaf gisteren in de klas aan het meisje de uitleg.
A
de juf
B
aan het meisje
C
de uitleg
D
gisteren

Slide 10 - Quiz

Wat is het lv ?
De juf gaf gisteren in de klas aan het meisje de uitleg.
A
de juf
B
in de klas
C
aan het meisje
D
de uitleg

Slide 11 - Quiz

Wat is het mv?
De juf gaf gisteren in de klas aan het meisje de uitleg.
A
de juf
B
aan het meisje

Slide 12 - Quiz

Wat is de bep ?
De juf gaf gisteren in de klas aan het meisje de uitleg.
A
gisteren
B
in de klas
C
gisteren, in de klas
D
de juf

Slide 13 - Quiz

Eigennamen met hoofdletter
Voornaam, achternaam en aan het begin van de zin altijd
met een hoofdletter!

Weet je iets over de voornaam? Tussenvoegsel met kleine letter.
Weet je niets over de voornaam? Tussenvoegsel met HOOFDLETTER.

Slide 14 - Diapositive

Hoe schrijf ik de volgende naam goed?
mevrouw van den bos

Slide 15 - Question ouverte

Hoe schrijf ik de volgende naam goed?
eline van veen

Slide 16 - Question ouverte

Hoe schrijf ik de volgende naam goed?
juf el atmani

Slide 17 - Question ouverte

Hoe schrijf ik de volgende naam goed?
tandarts van den berg

Slide 18 - Question ouverte

Hoe schrijf ik de volgende naam goed?
besma el atmani

Slide 19 - Question ouverte

2 verschillende meervouden
aardappel = 
aardappelen en aardappels

museum = 
museums en musea

Slide 20 - Diapositive

Wat zijn de meervouden van sinaasappel?

Slide 21 - Question ouverte

Heeft panda 1 of 2 meervouden?
A
1
B
2

Slide 22 - Quiz

Wat is het meervoud van panda?

Slide 23 - Question ouverte

Wat zijn de meervouden van groente?

Slide 24 - Question ouverte

Wat zijn de meervouden van appel?

Slide 25 - Question ouverte

Wat betekent dat is gesneden koek?
A
daar heb je nu niets meer aan
B
iemand in de verleiding brengen om iets te doen wat niet mag
C
dat is makkelijk
D
dat zijn de dingen die iets pas echt leuk maken.

Slide 26 - Quiz

Wat betekent dat is mosterd na de maaltijd?
A
daar heb je nu niets meer aan
B
iemand in de verleiding brengen om iets te doen wat niet mag
C
dat is makkelijk
D
dat zijn de dingen die iets pas echt leuk maken.

Slide 27 - Quiz

Wat betekent de kat op het spek binden?
A
daar heb je nu niets meer aan
B
iemand in de verleiding brengen om iets te doen wat niet mag
C
dat is makkelijk
D
dat zijn de dingen die iets pas echt leuk maken.

Slide 28 - Quiz

Wat betekent dat zijn de krenten in de pap?
A
daar heb je nu niets meer aan
B
iemand in de verleiding brengen om iets te doen wat niet mag
C
dat is makkelijk
D
dat zijn de dingen die iets pas echt leuk maken.

Slide 29 - Quiz