4TL 10.1 Man en vrouw les 2

Hoofdstuk 10 Voortplanting 
10.1 Man en vrouw les 2
10.2 Zwanger en bevallen
10.3 Opgroeien
10.4 Voortplanting met bloemen
10.5 Voortplanting zonder bloemen

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 10 Voortplanting 
10.1 Man en vrouw les 2
10.2 Zwanger en bevallen
10.3 Opgroeien
10.4 Voortplanting met bloemen
10.5 Voortplanting zonder bloemen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 10.1 Man en vrouw

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  1. Je kunt de geslachtskenmerken van jongens en meisjes in verschillende levensfasen beschrijven
  2. Je kunt de bouw en werking van de geslachtsorganen van een man beschrijven
  3. Je kunt de bouw en werking van de geslachtsorganen van een vrouw beschrijven
  4. Je kunt uitleggen op welke manier je een zwangerschap kunt voorkomen.


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

onderdelen bespreken - wat is het, wat doet het

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Variatie schaamlippen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Externe vrouwelijke geslachtsorganen
  • De clitoris (seksuele prikkels) ligt vooraan, tussen de kleine schaamlippen.
  • Via de wand van de kleine schaamlippen komt vocht vrij bij seksuele opwinding.
  • Het maagdenvlies is een randje weefsel en bevindt zich in de vaginaschede.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vruchtbare moment
  • De eicel komt vrij in één van de eileiders 
  • De zaadcellen komen achterin de vagina terecht
  • De zaadcellen zwemmen door de baarmoeder richting beide eileiders
  • Eén zaadcel kan de eicel bevruchten (in de eileider)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijpende eicel
  1. Onrijpe eicellen zitten in eierstok in blaasjes = follikels
  2. De eicel groeit/neemt voedingsstoffen op en het follikel neemt vocht op
  3. Na 14 dagen is follikel zo groot dat ie knapt (= ovulatie/ eisprong), de eicel komt nu in de eileider terecht.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eicellen
Meisjes worden geboren met 400.000 onrijpe eicellen in hun twee eierstokken

Vanaf de puberteit rijpt er iedere 28 dagen één eicel (=vruchtbaar)


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ondertussen in de baarmoeder...

Voor het geval de eicel bevrucht zou worden (en er een kindje komt), moet de baarmoeder zich voorbereiden..

Tijdens het rijpen van het eitje wordt het baarmoederslijmvlies steeds dikker.
Wordt het eitje niet bevrucht, dan laat dit slijmvlies weer los = menstruatie/ ongesteld

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Menstruatiecyclus
  1. Menstruatie en rijping van eicel
  2. Baarmoederslijmvlies wordt dikker
  3. Eisprong (ovulatie)
  4. Baarmoederslijmvlies blijft dik

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tampons/ maandverband
Menstruatie cup

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwangerschap voorkomen

Voorbehoedsmiddelen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kun je doen bij een noodgeval?
Voor vrouwen die een zwangerschap (om wat voor reden dan ook) willen 'afbreken':

Binnen 72 uur na de sex een morningafterpil

Tot 24 weken een abortus

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen blz 21 en 29
Maken: opdracht 1 t/m 18



De volgende les

10.2 
Zwanger en bevallen

De bevruchting



Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Lien

leerlingen kunnen hier een oefening maken over het mannelijk geslachtsorgaan

Slide 25 - Lien

leerlingen kunnen hier oefenen
Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?
eileider
eierstok
baarmoeder
schaamlip
vagina
baarmoedermond
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?
eileider
eierstok
baarmoeder
schaamlip
vagina
baarmoedermond
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In de                        zitten de onrijpe                 in de                 .
Wanneer de eicel rijp is vindt er een                   plaats.
De rijpe eicel komt na de ovulatie in de                .
De eileider vervoert de            naar de                           . 
Tijdens de                         wordt het baarmoederslijmvlies dikker.
eicelrijping
eicel
eisprong
eierstokken
baarmoeder
eileider
follikels
eicellen

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de woorden bij de juiste onderdelen.
zaadcel
celkern
kop
staart
eicel

Slide 29 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbehoedsmiddelen voorkomen altijd een zwangerschap
A
Ja, want daar zijn ze tenslotte voor
B
Nee, want als ze verkeerd gebruikt worden werken ze niet

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Coïtus interuptus betekent...
A
dat de man zich terugtrekt vlak nadat hij is klaargekomen
B
dat de man zich terugtrekt voordat hij klaarkomt
C
de vrouw goed aangeeft wanneer zij er klaar voor is
D
dat de vrouw aangeeft wanneer de man zich moet terugtrekken

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Twee weken na de eerste dag van de menstruatie is de vrouw meestal vruchtbaar
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je de pil slikt kun je niet zwanger worden
A
klopt niet, ook als je de pil slikt kun je zwanger worden
B
klopt, ook als je hem af en toe vergeet
C
klopt, mits je hem goed gebruikt

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er is maar één anticonceptiemiddel dat tegen zwangerschap én soa's bescherming biedt en dat is
A
het pessarium
B
het condoom
C
de prikpil
D
geheel onthouding

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer je geslachtsgemeenschap hebt tijdens de menstruatie van de vrouw, kan zij niet zwanger worden
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van onderdeel 4?

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions