Hoe ontstond een landbouwsamenleving en later landbouwstedelijke samenleving?
Hoe ontstond er sociale gelaagdheid?
Wat zijn voorbeelden van Egyptische cultuur?
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Egypte, het geschenk van de Nijl
Hoe ontstond een landbouwsamenleving en later landbouwstedelijke samenleving?
Hoe ontstond er sociale gelaagdheid?
Wat zijn voorbeelden van Egyptische cultuur?
Slide 1 - Diapositive
Het ontstaan van de landbouw
+/- 10.000 v.Chr. landbouwrevolutie
In het Midden-Oosten en Egypte begonnen mensen met voedsel verbouwen ipv. jagen en verzamelen
gevolgen:
Vaste woonplaatsen
Meer mensen
Meer ziektes
Ontstaan hoogontwikkelde culturen
Ontstaan eerste steden & staten
Vruchtbare halve maan
Ongeveer 10.000 jaar voor Christus, dus 12.000 jaar geleden ontstond de landbouw. Deze gebeurtenis noemen we de landbouwrevolutie.
In deze gebieden leerden mensen dat ze niet alleen voor voedsel konden jagen of het moesten zoeken. Ze konden het ook gaan maken. Vanuit deze gebieden is het langzaam over de hele wereld verspreid geraakt.
Slide 2 - Diapositive
Kijk goed op de afbeelding en bedenk redenen waarom het logisch is dat hier landbouw voor het eerst is ontstaan.
Slide 3 - Question ouverte
Is de volgende stelling juist of onjuist?
Zonder de landbouwrevolutie zouden er geen hoogontwikkelde culturen zijn.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
Is de volgende stelling juist of onjuist?
Ook als er geen landbouwrevolutie zou zijn geweest, dan nog zouden er tegenwoordig 7 miljard mensen kunnen leven op aarde.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Wanneer begon de landbouwrevolutie?
A
+/- 10.000 n. Chr.
B
+/- 12.000 v. Chr.
C
+/- 12.000 n. Chr.
D
+/- 10.000 v. Chr.
Slide 6 - Quiz
Waar begon de landbouwrevolutie?
A
Midden-Oosten & Egypte
B
Zuid-Afrika & Azië
C
Noord-Europa & Noord-Amerika
D
Midden-Oosten & Azië
Slide 7 - Quiz
Waarom zouden meer ziektes een gevolg zijn van de ontdekking van de landbouw?
Slide 8 - Question ouverte
Van de zwarte periode...
...naar de groene periode
Slide 9 - Diapositive
En van de groene periode...
...naar de gele periode.
Slide 10 - Diapositive
Zwarte periode
september-december
Tijd van de overstromingvan de Nijl
Op het land kan niet worden gewerkt
Meehelpen aan de bouw van bijvoorbeeld de piramides en de tempels (belasting betalen)
Slide 11 - Diapositive
Groene periode
januari-april
Tijd van het zaaienen bewerkenvan het land
Hierbij wordt gebruik gemaakt van irrigatie
Irrigatie betekent dat het water met hulpmiddelen wordt gebruikt om het land te bevloeien
Irrigatie netwerk
sjadoef
Slide 12 - Diapositive
Gele periode
mei-augustus
Tijd van het oogsten(graan)
De opbrengst van de oogst wordt bijgehoudenen opgeschreven.
Voorradenworden aangelegd
Slide 13 - Diapositive
Overstromingsperiode
september-december
Tijd van de overstroming van de Nijl
Op het land kan niet worden gewerkt
Meehelpen aan de bouw van bijvoorbeeld de piramides en de tempels
Slide 14 - Diapositive
Hoe heet de vruchtbare grond die achterblijft door de overstroming van de Nijl?
A
Modder
B
Vruchtbare grond
C
Slib
D
Mest
Slide 15 - Quiz
Welke zin past het best bij de gebeurtenissen in de afbeelding?
A
De Nijl is overstroomd.
B
Het water van de Nijl is een paar dagen geleden weer gezakt; op het land ligt een laagje vruchtbare modder.
C
Het water van de Nijl is een paar maanden geleden weer gezakt.
Slide 16 - Quiz
Wat is een shadoef?
A
Een waterschep om het water naar de slootjes te brengen.
B
Een emmer om water naar de slootjes te dragen.
C
Een systeem om het water te zuiveren.
D
Het irrigatiesysteem wordt zo genoemd.
Slide 17 - Quiz
Relatie met de Nijl
De Nijl moet goed in de gaten worden gehouden
Er moet verstandig worden omgegaan met de hoeveelheid water: irrigatielandbouw
Er worden voorraden aangelegd voor mindere oogstjaren. Alle oogsten worden nauwkeurig bijgehouden
Slide 18 - Diapositive
En vooral: samenwerken!
Hiervoor heb je een leider nodig
Elke stam heeft een leider (dorpshoofd)
Die dorpshoofden krijgen ruzie met elkaar
Uiteindelijk blijft er één leider over: de farao ('Groot Huis')
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Landbouwsamenleving
Graanopbrengsten zijn groot genoeg, zodat niet iedereen meer boer hoeft te zijn
Er ontstaan nieuwe beroepen: ambachtslieden, schrijvers, ambtenaren, soldaten enz. (specialisatie)
Er ontstaan ook meer verschillen in aanzien.
Slide 21 - Diapositive
Leg in je eigen woorden uit wat de 'ambachtslieden' zijn
Slide 22 - Question ouverte
Leg in je eigen woorden uit wat de 'ambtenaren' zijn
Slide 23 - Question ouverte
Wat bedoelen we (in het vak geschiedenis) met het woord aanzien?
A
Hoe mooi iemand eruit ziet en of ze de mode volgen
B
Hoe belangrijk iemand gevonden wordt in de samenleving
C
Hoe goed iemand kan kijken, als iemand goed kan zien dan had hij veel aanzien
D
Hoe populair iemand is
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Diapositive
Wat is een hoogontwikkelde cultuur?
Hoogontwikkeld: vergevorderd in ontwikkeld.
Cultuur: De gewoonten en ideeën van een groep mensen, die ze aan hun kinderen doorgeven.
Slide 26 - Diapositive
Leg in je eigen woorden uit wat de 'cultuur' betekent
Slide 27 - Question ouverte
Kenmerken van een hoogontwikkelde cultuur
Uitgebreide en ingewikkelde godsdienst, waarin geloof in leven na de dood een belangrijke rol speelde
Bouw- en schilderkunst (piramide, muurschilderingen)
Goed georganiseerd bestuur
Schrift
Slide 28 - Diapositive
Bestuur
De farao is koning, legeraanvoerder én god
Meeste taken worden uitgevoerd door:
ambtenaren: bestuur
priesters: godsdienst
officieren: leger
Omdat het een groot land is, zijn er geschreven wetten
Slide 29 - Diapositive
Hiërogliefen
Egyptische schrift, dat bestaat uit pictogrammen
De naam hiërogliefen is Grieks en betekent: 'heilige groeven'.
De Egyptenaren noemen ze zelf: Medu Netjer ('Goddelijke Woorden')
Hiërogliefen werden gebeiteld in rots of geschreven op papyrus
Met de Steen van Rosetta kon uiteindelijk, na lang puzzelen, het hiërogliefenschrift worden ontcijferd.
Slide 30 - Diapositive
Leg in je eigen woorden uit wat de 'hiërogliefen' zijn