marx

• filosofie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Karl                                         Marx

Privebezit, kapitaal en winstmaximalisatie zijn als je het principieel bekijkt immorele en onethische zaken.

eens

oneens

Sociaal economische omstandigheden (rijk/arm) bepalen wie je bent en hoeveel vrijheid je hebt.

eens

oneens

De kans op welvaart en geluk voor de meerderheid van de mensheid is groter bij de kapitalistische vrije markt dan bij het communisme.

eens

oneens

Kapitalisme past als systeem precies bij ons menselijk karakter, marxisme/communisme niet!

eens

oneens

Doordat sociaal economische omstandigheden je mate van vrijheid
bepalen is de enige rechtvaardige keuze het socialisme waarin er geen kloof tussen arm en rijk is.

eens

oneens

Het socialisme van Marx is een onhaalbare utopie

eens

oneens

productieverhoudingen zijn

1. verhouding tussen arbeid en loon
2. verdeling van werk en eigendommen
3. hoe de productiemiddelen verdeeld zijn
4. verhouding bovenbouw en onderbouw

productiekrachten of middelen zijn:

1. de arbeiders, de lichaamskracht
2. de grondstoffen en machines
3. gereedschappen en techniek
4. gereedschappen, machines en lichaamskracht

Kapitaal is een bedreiging voor het goede leven omdat:

1. winstmaximalisatie een doel op zich wordt
2. arbeid een doel op zich wordt
3. geld een doel wordt en arbeid slechts een middel
4. geld een middel wordt en arbeid het doel

Voor Marx is het Goede leven niet denkbaar zonder:

1. verpaupering
2. gelijke productieverhoudingen
3. gelijke verdeling productiemiddelen
4. gelijke verdeling van kapitaal

Antwoorden werkboek ET 22

Bij ET 22 p 64

1 Oude economie: geld is een ruilmiddel: je verkoopt waar, ontvangt geld en koop daarvoor andere waar (w-g-w).

Kapitalisme: geld is doel op zich: een kapitalist heeft geld, koopt waren met de bedoeling daarmee nog meer geld te verdienen (g-w-g).

Arbeidsomstandigheden (vrije dagen, werkruimte, hygiëne etc.) worden slechter door bezuiniging, arbeidsproductiviteit wordt opgevoerd mbv efficiënte technologie.

2 Door concentratie van productiemiddelen in de handen van enkele privébezitters, worden niet-bezitters voor hun inkomen van hen afhankelijk en moeten door de onderlinge concurrentie van de eigenaren van de productiemiddelen tegen heel lage lonen gaan werken. Zij raken vervreemd van arbeid, product, zichzelf, lichaam en natuur; ergo: geen goed leven.

Antwoorden ET 28 vraag 1 en 2

1 Bovenaan: bewustzijn, bovenbouw

Middenin: sociaaleconomische positie, sociale revolutie

Onderaan: basis, eigendomsverhoudingen, productiekrachten, productieverhoudingen

2 productiekrachten – productieverhoudingen – aan banden gelegd en uitgebloeid – in tegenspraak met de productieverhoudingen – sociale revolutie – basis - bovenbouw - bewustwording

welke rol spelen verkeersmiddelen in de onvermijdelijke sociale revolutie?

1. arbeiders kunnen hun eigen vervoer regelen
2. geen
3. arbeiders kunnen contact maken en zich verenigen
4. de verkeersmiddelen worden gelijk verdeeld

de oude adel en het feodale stelsel zijn vervangen door:

1. de proletariers en productiemiddelen
2. bourgeoisie en het kapitalistische systeem
3. kapitaal
4. arbeiders

de revolutie en omwenteling is onvermijdelijk omdat

1. de levenstoestand van de arbeiders niet langer verzekerd is
2. de omstandigheden van de arbeiders slecht zijn
3. de arbeiders inzien dat zij slaven zijn
4. de arbeiders meer loon willen