Weetjes over Duitsland

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Het werkwoord haben

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

habe

hast

hat

haben

habt

haben

Wilkommen im Deutschunterricht

Het werkwoord sein

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

das

der

die

Mann

Kind

Katze

Tier

Stier

Hund

Prüfung

Und jetzt...

Welke woorden heb je voorbij horen komen?

Nilpferd

Schmetterling

Kugelschreiber

Krankenwagen

Aschenputtel

Kanarienvogel

Gänseblümchen

Wat betekent Flugzeug?

1. Vliegtuig
2. Vluchtstrook
3. Vliegje
4. Vluchtauto

Wat betekent Überraschung?

1. Overval
2. Overhaasten
3. Verrassing
4. Pannekoek

Wat betekent Naturwissenschaften?

1. Natuurkennis
2. Natuurkunde
3. Wetenschap
4. Scheikunde

Wat betekent Krankenhaus?

1. Gekkenhuis
2. Krakkemikkig huis
3. Bouwval
4. Ziekenhuis

De hoofdstad van Duitsland is...

1. Keulen
2. Bonn
3. Berlijn
4. Hamburg

Welke rivier stroomt er door Berlijn?

1. Weser
2. Donau
3. Rijn
4. Spree

Hoeveel inwoners heeft Berlijn?

1. Meer dan 7 miljoen
2. Tussen de 2 en 3 miljoen
3. Tussen de 3 en 4 miljoen
4. Minder dan 2 miljoen

Hoe hoog is de Fernsehturm?

1. 250 meter
2. 386 meter
3. 165 meter
4. 295 meter

Welk bekend punt in Berlijn zien we hier?

1. Checkpoint Charlie
2. Tempelhof
3. Potsdamer Platz
4. Unter den Linden

Wat is dit?

1. eine Bretzel
2. ein Kaiserbrötchen
3. ein Käsebrötchen
4. eine Baguette

Welke vlag toont het wapen van Berlijn?

1. De linker vlag is de vlag van Berlijn. Op de vlag staat de Duitse arend.
2. De middelste vlag is van Berlijn. Op de vlag staat de beer van Berlijn.
3. De rechter vlag is die van Berlijn. Op de vlag staat de leeuw van Berlijn.

Waar komt de naam Ampelmann vandaan ?

1. van het logo van voetbalclub Herta BSC
2. van het stadslogo van Berlijn
3. van het Duitse stoplicht
4. van de vele graffiti op de Berlijnse Muur

Welk van de volgende figuurtjes komt uit Duitsland?

1. Diddl
2. Hello Kitty
3. Nijntje
4. Dora