Vakdidactiek IBL 2 - memoriseren en begrijpen

• Economie
• HBO
• Studiejaar 3

Vakdidactiek IBL 2

Bijeenkomst 2 - Denkvaardigheden

Welke vraag zou je nog beantwoord willen hebben n.a.v. vorige les/huiswerkopdracht

Handelingswerkwoorden per beheersingsniveau

Betekenisvol leren - 

root learning vs meaningful learning

Twee belangrijke voorwaarden:

Contextrijk leren: nieuwe kennis moet gekoppeld worden aan bij leerlingen aanwezige kennis om tot begrip te komen.  

Interactief leren: Leerlingen worden geholpen om tot diep begrip te komen door het uitwisselen van gedachten. 

Gememoriseerde kennis geïntegreerd in nieuwe kennis of in het oplossen van een probleem. 

Door actief gebruik van economische taal

Kritiek en vragen van anderen

Eerst zelf nadenken, daarna met medeleerling bespreken

Bekend, Benieuwd, Bewaard

Voorbeelden geven: concrete gebeurtenis aangeven, abstract geven in context plaatsen

Als leerlingen in staat zijn concrete voorbeelden te geven aan een begrip (in context plaatsen), betekent het dat ze dit begrepen hebben. Het begrip is betekenisvol geworden. 

Let op: als je als docent voorbeelden aandraagt, kan het gebeuren dat ze leerling ze herhaalt zonder dat er begrip is ontstaan Zelf aandragen van voorbeelden is dus belangrijk

Uitleggen: verklaren, in eigen woorden vertellen

Als leerlingen bezig is met uitleggen, is hij/zij bezig met begrijpen/het krijgen van inzicht in de lesstof. 

Ook voor toetsen: als leerlingen in staat is goed en helder in eigen woorden uit te leggen. 

Hoe kun je dit leren?

Voorbeeld opdracht (conceptmap)

1. Groepjes maken (2 á 3 lln.) en individueel lezen
2. Individueel: opschrijven waar het stuk over gaat (3 á 4 woorden)
3. Uitwisselen en overeenstemming vinden in groepje
4. Ophalen en op bord noteren
5. Individueel belangrijkste woorden onderstrepen
6. Uitwisselen en overeenstemming vinden in groepje
7. Laat conceptmap maken met onderstreepte woorden  (http://cmap.ihmc.us)
8. Één leerling legt tekst uit adhv conceptmap. Andere  leerlingen beoordelen
9. Hang conceptmaps aan de muur en laat leerlingen beoordelen
10. Nagesprek over proces (manier van werken)
11. Laat één of twee leerlingen adhv woorden op het bord het stukje tekst uitleggen

Vergelijken: verschillen aangeven, overeenkomsten benoemen

Stappenplan (Marzano en Miedema, leren in 5 dimensies)

1.  Kies de dingen die je wilt vergelijken
2.  Kies de kenmerken waarop je wilt vergelijken
3. Verklaar de overeenkomsten en verschillen mbt tot de kenmerken
4. Vat je conclusie samen

Classificeren: ordenen, structureren

Classificeren, structuur aanbrengen, ordenen op grond van overeenkomsten is bij economie een belangrijk hulpmiddel om te komen tot overzicht en begrip. Schematiseren leent zich hier uitstekend voor. 

 

Huiswerkopdracht

1. Onderstreep de belangrijke woorden in het stukje tekst
2. Maak een label (CMaptools) van deze woorden
3. Geef met een pijl aan als je vindt dat woorden direct iets met elkaar te maken hebben en schrijf dit erbij
4. Bediscussieer en pas aan totdat je een goed ingedeeld schema hebt.