Stroomversnellingen in de geschiedenis

Stroomversnellingen in de geschiedenis
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisSecundair onderwijs

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Stroomversnellingen in de geschiedenis

Slide 1 - Diapositive

Continuïteit
  • Standensamenleving
  • Landbouwsamenleving

Daarom: 'ancien régime'
  • middeleeuwen
  • nieuwe tijd/vroegmoderne tijd

Slide 2 - Diapositive

Discontinuïteit
  • Toch voldoende verschillen om de ME en de VMT te onderscheiden
  • 6 stroomversnellingen

Slide 3 - Diapositive

Stroomversnelling 1

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Hoe maakte men boeken voor de uitvinding van de boekdrukkunst?
A
Alles werd met de hand geschreven op perkament.
B
Men had geen boeken.
C
Men deed aan zeefdrukken.
D
De boeken bestonden uit tekeningen want die kon je wel al drukken.

Slide 6 - Quiz

Johannes Gutenberg
Ca. 1440

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat klopt NIET?
A
Men legde de letters in spiegelbeeld.
B
Het systeem van de drukpers was afgekeken van een druivenpers.
C
De tekst leken nog steeds handgeschreven.
D
De Bijbel in het Duits was het eerste grote project van Gutenberg.

Slide 9 - Quiz

Wat was het rechtstreeks gevolg van de uitvinding van de boekdrukkunst?
A
De monniken raakten werkloos en stopten met hun job.
B
Informatie raakte razendsnel en ruim verspreid.
C
Er ontstond een tekort aan bomen.
D
Er ontstond een ander idee over God.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Stroomversnelling 2
Reformatie en protestantisme

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

1

Slide 14 - Vidéo

00:23
Hebben jullie het wel gezien?
A
Erasmus
B
Martin Luther King
C
Jezus Christus
D
Maarten Luther

Slide 15 - Quiz

Waaraan ergerde Luther zich in de katholieke kerk?
A
Uitlaten
B
Vriendjespolitiek
C
Priesters waren niet celibatair
D
Aflaten

Slide 16 - Quiz

Hoe heet de godsdienst die Luther oprichtte?
A
Calvinisme
B
Anabaptisme
C
Reformatie
D
Protestantisme

Slide 17 - Quiz

Wat is de symbolische begindatum van het protestantisme?
A
1483
B
1492
C
1440
D
1517

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Stroomversnelling 3

Slide 20 - Diapositive

Ontstaan van een nieuw wetenschappelijk denken
  • ME: scholastiek = kennis komt uit Bijbelstudie en 'logisch' redeneren

  • VMT: ????????? = kennis komt uit proefondervindelijk (empirisch) onderzoek


Slide 21 - Diapositive

Wat is de benaming voor dit nieuwe wetenschappelijk denken?
A
Theocentrisme
B
Humanisme
C
Scholastiek
D
Wetenschapisme

Slide 22 - Quiz

Mercator - aardrijkskunde
Copernicus - sterrenkunde

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Wat deed Vesalius om de anatomie van de mens te beschrijven?
A
Hij ontleedde apen en zei dat mens en aap vergelijkbaar waren.
B
Hij ontleedde opgehangen misdadigers.
C
Hij ontleedde mensen terwijl ze levend waren om de werking van de zenuwen te bestuderen.
D
Hij groef lijken op uit een begraafplaats.

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Vidéo

Stroomversnelling 4
De Europese expansie over de oceaan

Slide 28 - Diapositive

Historisch enorm belangrijk
  • Een nieuw wereldbeeld ontstaat

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

westelijk halfrond
oostelijk halfrond

Slide 31 - Diapositive

Historisch enorm belangrijk
  • Een nieuw wereldbeeld ontstaat
  • Economische, culturele en politieke 'expansie' (uitbreiding, verspreiding) van Europa

Slide 32 - Diapositive

Welke ontdekkingsreiziger bestaat niet?
A
Amerigo Vespucci
B
Zheng He
C
Marcus Botius
D
Bartholomeus Dias

Slide 33 - Quiz

Stroomversnelling 5
Bloei van het vorstelijk absolutisme

Slide 34 - Diapositive

Welk politiek systeem kenmerkte de middeleeuwen?
A
Monarchieën: er waren heel machtige koningen
B
Republieken: er was een president
C
De paus had de macht
D
Feodaliteit: de koning moest zijn macht verdelen over vazallen

Slide 35 - Quiz

Bloei van het vorstelijk absolutisme
ME: feodalisme -> de vorst moest zijn macht delen
VMT: centralisatie -> de vorst heeft absolute macht

Slide 36 - Diapositive

Wie is de heel erg machtige 'zonnekoning'?
A
Lodewijk XIV
B
Karel V
C
Hendrik VIII
D
Frans I

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Diapositive

Waar staat het beroemde kasteel van de Zonnekoning?
A
Parijs
B
Versailles
C
Chambord
D
Marseille

Slide 39 - Quiz

Stroomversnelling 6
Antropocentrisme

Slide 40 - Diapositive

Wat staat centraal volgens het antropocentrisme?
A
Niet jijzelf (egocentrisme), maar wel de andere
B
Tropische streken
C
De dieren
D
De mens

Slide 41 - Quiz

Antropocentrisme
  • ME: theocentrisme = God/religie centraal
  • VMT: antropocentrisme = ook 'aardse'/'menselijke' zaken zijn belangrijk om te bestuderen
  • Gevolg: humanisme in de wetenschap, renaissance in de kunst

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Vidéo

Welke naam hoorde je niet passeren in het filmpje?
A
Gebroeders Van Eyck
B
Thomas More
C
William Shakespeare
D
Niccolo Machiavelli

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

Uit welke periode haalden kunstenaars in de renaissance hun inspiratie?
A
middeleeuwen
B
prehistorie
C
oude nabije oosten
D
klassieke oudheid

Slide 47 - Quiz

Conclusie

Slide 48 - Diapositive

Conclusie
Op het einde van de ME zijn er enkele stroomversnellingen.
Deze stroomversnellingen hebben onderling met elkaar te maken én ze versterken elkaar.
Daarom is er discontinuïteit tussen ME en VMT.

Slide 49 - Diapositive

Conclusie
MAAR
Er is toch een grote mate van continuïteit tussen ME en VMT:

  • Landbouwsamenleving met hongersnoden
  • Standenmaatschappij: clerus, adel, 3de stand
  • Toenemende macht van de vorst
Daarom: 'ancien régime'

Slide 50 - Diapositive