par 3.1 klas 3

3.1 Hoe betaal je?
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3.1 Hoe betaal je?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
  • Directe & indirecte ruil
  • Geldfuncties
  • Chartaal vs. giraal geld
  • Elektronisch betalen
  • Saldo
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Directe ruil
Als je goederen en diensten ruilt voor andere goederen of diensten.
Indirecte ruil
Als je goederen en diensten ruilt met behulp van een ruilmiddel.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geldfuncties
De drie geldfuncties:
(manier waarop je geld kunt gebruiken)
  1. Ruilmiddel: wanneer je iets koopt.
     
  2. Spaarmiddel: wanneer je geld bewaart om later uit te geven.
  3. Rekenmiddel: wanneer je de waarde van iets in geld aangeeft. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke functie hoort bij het plaatje?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chartaal vs giraal geld
Chartaal geld:                                         Giraal geld:





Munten & bankbiljetten                     Betaalrekening & bankrekening 
= contant geld/cash                                = rekening courant

Slide 6 - Diapositive

Ander woord voor betaalrekening & bankrekening is een lopende rekening of rekening courant.
Elektronisch betalen
Meest voorkomende manieren:

1. Betalen met je pinpas (pincode/contactloos) of een betaalapp op je telefoon (zogeheten Wallet).

2. Betalen met creditcard. Bijvoorbeeld Visa. De creditcardmaatschappij schiet het bedrag voor en schrijft het aan het eind van de maand van je rekening af. 


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elektronisch betalen
3. Overmaken via de app van je bank of via internetbankieren (iDeal). Het bedrag is meteen overgemaakt. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je saldo
Je saldo is het bedrag dat op je bankrekening staat.

Creditsaldo: Je staat in de plus, je hebt geld tegoed.

Debetsaldo: Je staat in de min, in het rood, negatief saldo. Als je giraal meer uitgeeft dan op je bankrekening staat. Hier betaal je hoge rente over. 


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuw saldo berekenen
Oud saldo
+ Ontvangsten
- Betalingen
-----------------
Nieuw saldo
+ Positief saldo = Credit Saldo


 - Negatief saldo = Debet Saldo = rood staan          

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken
Par 3.1 opdracht 1 t/m 13

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions