Open en gesloten vragen, feit en mening

Interviewopdracht

Stap 2

Aan het einde van deze les:

• Weet je dat er verschillende soorten vragen zijn: gesloten vragen, open vragen en vervolgvragen
• Kan je voorbeelden van gesloten, open en vervolgvragen bedenken
• Weet je het verschil tussen een feit en een mening

Stap 2: interviewvragen voorbereiden

Bedenk minimaal 9 vragen die je wilt stellen:

• 3 gesloten vragen
• 6 open vragen
• Eventueel vervolgvragen

Open vragen:

• Nodigen uit tot een uitgebreid antwoord 
• Beginnen vaak met een vraagwoord: wie, wat, waar, wanneer
• Bijvoorbeeld: 'Waarom ben je politieagent geworden?'

Gesloten vragen:

• Zorgen voor een kort antwoord, meestal 'ja' of 'nee'
• Bijvoorbeeld: 'Vind je het leuk om bij de politie te werken?'

Vervolgvragen:

• Gebruik je als je niet meteen antwoord krijgt
• Gebruik je als je meer wilt weten of het antwoord niet duidelijk is
• Vraag om herhaling, uitleg of een voorbeeld
• Bijvoorbeeld: 'Kan je daar een voorbeeld bij geven?'

Je kunt vragen naar een feit of mening

Feiten:

Zijn echt waar

Kan je controleren

Kan je niet veranderen

Bijvoorbeeld: een jaar heeft 12 maanden

Meningen:

Zijn verschillend

Kan je niet controleren

Zijn bij iedereen anders

Bijvoorbeeld: ik vind voetbal een leuke sport

Tips bij het afnemen van je interview:

Schrijf de vragen van te voren op

Maak aantekeningen

Neem het interview op

Aan de slag!

• Maak stap 2 van de interviewopdracht
• Ga verder met het huiswerk voor vrijdag

Huiswerk vrijdag 6 oktober

Basis: maak van Woordenschat H1 opdracht 2, 3, 4, 5, 7

+ stap 2 interviewopdracht

Kader: maak van Woordenschat H1 opdracht 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9

+ stap 2 interviewopdracht

Mavo: maak van Woordenschat H1 opdracht 2, 3, 4, 5 + woordenschat extra (achter prikker)

+ stap 2 interviewopdracht