Werkwoorden + Grammatica

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 8

Werkwoorden + Grammatica

Wat is directe rede?

Directe rede

Soms staan zinnen in de directe rede.

Ik zei: 'Ik heb een raadsel.'

Er staat dan precies wat er gezegd is. Dat heet citeren. Het stukje dat gezegd wordt heet dus een citaat. 

Tip: Het geciteerde deel staat tussen aanhalingstekens. Dit is wel belangrijk en komt op de middelbare school ook terug. Misschien kun je het al in je weektaak doen als je je verhaal schrijft.

1. Alles wat gezegd wordt, moet je schrijven tussen aanhalingstekens. De punt dus ook!

2. Als degene die iets zegt vooraan staat, moet je een dubbele punt schrijven. Daarna komt een hoofdletter. 
Voorbeeld: Ik zei: 'Ik heb een raadsel.'
Voorbeeld: Mijn neef vroeg: 'Is het moeilijk?'
3. Let op de plaats van de aanhalingstekens, de komma en het vraagteken.
Voorbeeld: 'Ik heb een raadsel' , zei ik.
Voorbeeld: 'Is het een moeilijk raadsel? ', vroeg mijn neef.

Zet de leestekens van deze zin op de juiste plek:
ik zei ik heb een raadsel

Zet de leestekens van deze zin op de juiste plek:
is het een moeilijk raadsel vroeg mijn neef

Zet de leestekens van deze zin op de juiste plek:
dat valt wel mee zei ik

Zet de leestekens van deze zin op de juiste plek:
ga je mee naar het concert vroeg dave

Zet de leestekens van deze zin op de juiste plek:
hoera riep de juf

Indirecte rede

Je hebt ook nog de indirecte rede waar geen aanhalingstekens staan.
Voorbeeld: Ik zei dat ik een raadsel heb.
Voorbeeld: Mijn vroeg of het een moeilijk raadsel was.
Voorbeeld: Ik zei dat dat wel mee viel.

Zet deze zin in de indirecte rede
De juf zei: 'Ik vind jullie lief.'

Zet deze zin in de indirecte rede
De meester vroeg: 'Is de juf gek geworden?'

Zet deze zin in de indirecte rede
De juf zei: 'Ik heb altijd gelijk.'

Grammatica

Het gaat vandaag over vragende voornaamwoorden. Dit zijn woorden die vragen naar iets of iemand.
Voorbeelden: wie, wat, welk, welke, wiens, wat voor een, wanneer, waarom, waar, hoeveel, hoe

Meestal staat het vooraan in de zin. Soms staat het ook ergens anders.

Zoek het vragende voornaamwoord in de zin:
Wie weet het antwoord?

Zoek het vragende voornaamwoord in de zin:
Bij welke vraag ben jij?

Zoek het vragende voornaamwoord in de zin:
Wat voor kleren trek je morgen aan?

Zoek het vragende voornaamwoord in de zin:
Welk boek lees jij?

Zoek het vragende voornaamwoord in de zin:
Wiens jas is dit?

Zoek het vragende voornaamwoord in de zin:
Weet jij bij welke vraag we zijn?

Zoek het vragende voornaamwoord in de zin:
Wat voor jongen is jouw neef?

Zelfstandig werken

Maak blz. 56 + 57 (niks overslaan) en 60+61 (oefening F overslaan)
Klaar? Spellingsmol (10*) en werkwoordpaard (15*)
Klaar? Weektaak

Klaar? TaalBlobs
Klaar? 20 minuten grammaticaklussers
Klaar? Iets voor jezelf