H7.4 Formules

H7 Formules
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H7 Formules

Slide 1 - Diapositive

Wat moet je weten voor de toets?

  1. Je weet hoe je bij een situatie een regel in woorden maakt
  2. Je weet hoe je met een pijlenketting rekent
  3. Je weet hoe je een formule bij een pijlenketting maakt
  4. Je kan met een formule rekenen
  5. Je kan een grafiek bij een formule tekenen

Slide 2 - Diapositive

Stap voor stap leren voor de toets

Slide 3 - Diapositive

Een regel in woorden beschrijft hoe je iets kunt berekenen

Slide 4 - Diapositive

Bij het maken van een formule zijn deze 2 vragen belangrijk:

1 Hoeveel komt er bij als de gegeven eenheid van het verhaal 1 meer wordt

2 Wat is de waarde van de uitkomst als je er 0 van neemt/gebruikt/koopt etc.

Slide 5 - Diapositive

Vul de juiste getallen in:
Met hoeveel veranderd het bedrag als er 1 bijkomt (stapgrootte die er bij komt)?
A
1
B
5
C
2
D
7

Slide 6 - Quiz

Vul de juiste getallen in:

Wat is de waarde als Johan 0 pizza's bezorgd (startbedrag)?
A
1
B
5
C
2
D
7

Slide 7 - Quiz

De woord formule wordt dan:

Het aantal pizza's keer 2 plus 5 is het bedrag dat Johan op een dag verdient.

Slide 8 - Diapositive

Maak deze formule korter:
Het aantal pizza's keer 2 plus 5 is het bedrag dat Johan op een dag verdient.

Slide 9 - Question ouverte

Frank maakt een pijlenketten voor zijn werk. Hij vraagt €8 per uur en €10 voorrijkosten

A
aantal uur x 8 + 10 = verdiensten
B
verdiensten x 8 + 10 = aantal uur werken
C
aantal uur x 10 + 8 = verdiensten
D
aantal uur x 4 + 5 = verdiensten

Slide 10 - Quiz

Welk getal is het starttarief?

Slide 11 - Question ouverte

Vul verder in:
t
0
1
2
3
4

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een pijlenketting en een formule?
A
er is geen tussenstap mogelijk
B
het in-getal veranderd altijd mee
C
in een pijlenketting weet je de berekening niet
D
er zijn geen pijlen in een formule

Slide 13 - Quiz

Rijlessen kosten €39 en examen kost €102
Wat kosten 20 lessen?
A
39+102 = €141
B
20x102+39 = €2079
C
20x39+102 = €882
D
102+38+20 = €160

Slide 14 - Quiz

Rijlessen kosten €39 en examen kost €102
Maak een letter formule:
A
K=Lx39+102
B
Kx102+39=L
C
Lx39-102= K
D
L=102xK+39

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Stap voor stap gaan we ze leren

  1. Je weet hoe je bij een situatie een regel in woorden maakt
  2. Je weet hoe je met een pijlenketting rekent

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Stap voor stap gaan we ze leren
https://www.youtube.com/watch?v=MT16Zh8xL2w

Slide 22 - Diapositive


Slide 23 - Question ouverte

Stap voor stap gaan we ze leren

  1. Je weet hoe je bij een situatie een regel in woorden maakt
  2. Je weet hoe je met een pijlenketting rekent
  3. Je weet hoe je een formule bij een pijlenketting maakt

Slide 24 - Diapositive

Stap voor stap gaan we ze leren

  1. Je weet hoe je bij een situatie een regel in woorden maakt
  2. Je weet hoe je met een pijlenketting rekent
  3. Je weet hoe je een formule bij een pijlenketting maakt
  4. Je kan met een formule rekenen

Slide 25 - Diapositive

Stap voor stap gaan we ze leren

  1. Je weet hoe je bij een situatie een regel in woorden maakt
  2. Je weet hoe je met een pijlenketting rekent
  3. Je weet hoe je een formule bij een pijlenketting maakt
  4. Je kan met een formule rekenen
  5. Je kan een grafiek bij een formule tekenen

Slide 26 - Diapositive

Playstation 5
Je wil een Playstation 5 kopen. Hij is €500
Je hebt al €200 op je spaarrekening staan. Elke maand spaar je €50.

De formule is dan:
Spaargeld in € = 200 + 50 x tijd in maanden

Slide 27 - Diapositive

Formule
Verdiensten Milan:
Verdiensten in € = 4 + 6 x aantal uren

Slide 28 - Diapositive

Formule
Verdiensten Eva:
inkomsten in € = 2,50 + 6 x tijd in uren

Slide 29 - Diapositive

=
+
x
Versleep de onderdelen van de woordformule naar het goede vakje
Variabelen
Begingetal
Stijggetal
hoogte in cm
12
0,4
tijd in  uren

Slide 30 - Question de remorquage

=
+
x
Versleep de onderdelen van de woordformule naar het goede vakje
Variabelen
Begingetal
Stijggetal
verdiensten in €
15
7,50
tijd in  uren

Slide 31 - Question de remorquage

=
-
x
Versleep de onderdelen van de woordformule naar het goede vakje
Variabelen
Begingetal
daalgetal
inhoud in liters
100
0,4
aantal km

Slide 32 - Question de remorquage

Leerdoelen
Aan het eind van de les...
- Weet je wat een begingetal is
- Weet je wat een stijggetal is
- Weet je wat een daalgetal is
- Weet je wat variabelen zijn

Slide 33 - Diapositive