Participium Argo 27

Participium Argo 27
- herhaling ptc praes
- herhaling aoristus

= participium aoristus
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Participium Argo 27
- herhaling ptc praes
- herhaling aoristus

= participium aoristus

Slide 1 - Diapositive

welke uitgangen heeft het ptc praes mannelijk?
A
ος, ου, ῳ, ον, οι, ων, οις, ους
B
ω, εις, ει, ομεν, ετε, ουσιν
C
ον, ες, εν, ομεν, ετε, ον
D
-, ος, ι, α, ες, ων, σι(ν), ας

Slide 2 - Quiz

de ptc praes mannelijk nom ev van λυω = λυων, de gen = λυ- -ος
(maak het Griekse woord af)

Slide 3 - Question ouverte

de ptc praes mannelijk dat mv van λυω
= λυ-οντ-σι(ν) =?
(hoe trekt de vorm samen?)

Slide 4 - Question ouverte

ptc praes man = ων, οντος, οντι, οντα, οντες, οντων, ουσι(ν), οντας.
hoe is het onz rijtje anders?
A
nom/acc onz ev = οντα
B
nom/acc onz ev/mv = ον
C
nom/acc onz ev= ο
D
nom/acc onz ev = ον

Slide 5 - Quiz

het ptc praes M + O hebben als kenmerk -οντ-, welk kenmerk is dat voor het vrouwelijk?

Slide 6 - Question ouverte

ptc praes F = λυ-ουσ-
A
α, ης, ᾳ, αν, αι, ων, αις, ας
B
α ης ῃ αν αι ων αις ας
C
α ης ᾳ ην αι ων αις ας
D
α ας ᾳ αν αι ων αις ας

Slide 7 - Quiz

heeft een participium een augment?
A
ja
B
nee
C
soms

Slide 8 - Quiz

welke aoristus vorming is het meest voorkomende?
A
sigmatisch
B
pseudosigmatisch
C
thematisch
D
stamaoristus

Slide 9 - Quiz

wanneer is er sprake van een pseudo sigmatische aoristus?

Slide 10 - Question ouverte

welke twee stamaoristi ken je al?

Slide 11 - Question ouverte

wanneer is de aoristus vorm van een werkwoord thematisch?

Slide 12 - Question ouverte

welke uitgangen heeft de thematische aoristus?
A
α, ας, ε(ν), αμεν, ατε αν
B
σα, σας, σε(ν), σαμεν, σατε σαν
C
ον ες ε(ν) ομεν ετε ον
D
ω εις ει ομεν ετε ουσιν

Slide 13 - Quiz

als de verleden tijd them aor
= augment + them stam + uitgang ind
dan is ptc them aor =
A
them stam + uitgang ind
B
augment + them stam + uitgang ind
C
them stam + uitgang ptc praes
D
them stam + uitgang ptc aor

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive