Week 2 (week 37-2024) herhalen Sein en pers. vnw + woordenschat+ Fragewörter

Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 1 - Diapositive


  • jas uit
  • muts/pet/capuchon af
  • oortjes uit
  • boek/schrift/pen/ laptop op tafel 

Slide 2 - Diapositive

Was machen wir heute?


  • Wiederholung des Hilfsverbs Sein und die Personalpronomen
  • Wortschatz und Zahlen

Slide 3 - Diapositive

Lernziele:
  • Je kent de Duitse persoonlijk voornaamwoorden;
  • Je kent de vervoegingen van het hulpwerkwoord Sein;
  • Je leert woorden waarmee jij jezelf kunt voorstellen;
  • Je leert de getallen tot en met twintig.

Slide 4 - Diapositive



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien


Personal Pronomen

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Mal üben:

Pak je laptop en log in in deze LessonUp!

Slide 9 - Diapositive

Wie heißt (jij) ________?

Slide 10 - Question ouverte

(Wij) ________wohnen in Sneek?

Slide 11 - Question ouverte

(Ik) ___________ bin Frau Mahler.

Slide 12 - Question ouverte

Habt (jullie)___________ schon gegessen?

Slide 13 - Question ouverte

Der Junge heißt Erik. (Hij) ________ ist vierzehn Jahre alt.

Slide 14 - Question ouverte

Herr Müller, wie alt sind (u) _______?

Slide 15 - Question ouverte

Wiederholung: das Hilfsverb Sein

Ich frage.....ihr antwortet!
(Ik vraag.....jullie antwoorden)

Slide 16 - Diapositive

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?     Kapitel 1 Ich: B Wortschatz: Aufgaben 4, 5, 
                6, 7, 8, 9
Wie?      Selbstständig
Hilfe?     die Wörterliste auf Seite 30
Zeit?       20 Minuten
Fertig?   Slim Stampen woorden Kapitel 1






Slide 17 - Diapositive

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:

Machen:
Kapitel 1 Ich: B Wortschatz: Aufgaben 4, 5,
                6, 7, 8, 9


Lernen:
De vraagwoorden (Seite 7 und 8)
Lernliste D-N (Seite 10)

Slide 18 - Diapositive

Lernziele erreicht?
  • kan  ik het hulpwerkwoord zijn vervoegen in de tegenwoordige tijd?
  • ken ik de persoonlijk voornaamwoorden in het Duits?
  • heb ik woorden geleerd waarmee je jezelf kunt voorstellen?

Slide 19 - Diapositive

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 20 - Diapositive

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 21 - Diapositive

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 22 - Diapositive


  • jas uit
  • muts/pet/capuchon af
  • oortjes uit
  • boek/schrift/pen/ laptop op tafel 

Slide 23 - Diapositive

Was machen wir heute?


  • Hören
  • Grammatik und sprechen:     Die Fragewörter

Slide 24 - Diapositive

Lernziele:
  • je kent de vraagwoorden in het Duits en kunt hier korte zinnetjes mee maken
  • je hebt de uitspraak van de klinkers i en u geleerd en van de klanken ie, ei en eu en hebt ermee geoefend

Slide 25 - Diapositive



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien

 Vokale und  Laute
Vocale sind "medeklinkers"
(a, e, i, o, u, y)
Laute sind "klanken" 
(ai, au, äu, ei, eu, ie, sch usw. )

Slide 28 - Diapositive

Aussprache Vokale
i = ie als in lief
u = oe  als in koe
ei = ai als in mais
eu = oi als in hoi

Slide 29 - Diapositive

Mal üben: Aussprache Vokale
 Apfelsine, sieben, vier, lieben, ich, bin

Kuh, Buch, gut, und, Nummer

drei, zwei, frei, deine

neun, Leute, Freund, Euro


Slide 30 - Diapositive

Fragewörter
die W-Wörter...

Slide 31 - Diapositive

Fragewörter
die W-Wörter...

Slide 32 - Diapositive

Vraagwoorden
Nederlands                                         Duits

wie                                                         wer
wat                                                        was
waar                                                      wo
wanneer                                              wann
hoe                                                        wie
waarom                                               warum
waarvandaan                                     woher  
waarheen                                            wohin
welke                                                    welche

Slide 33 - Diapositive

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?     Aufgabe 22 und 23 auf Seiten 22 und 23
Wie?      zuzweit
Hilfe?    die Ausspracheregeln auf Seite 21
                die Fragewörter auf Seite 26
                die Sprachmittel auf Seite 27
Zeit?      20 Minuten
Fertig?   Lernt die Sprachmittel auf Seite 27







Slide 34 - Diapositive

Lernziele erreicht?
  • ken ik de vraagwoorden in het Duits en kan ik hier korte zinnetjes mee maken?
  • heb ik de uitspraak van de klinkers i en u geleerd en van de klanken ie, ei en eu? En heb ik er in gesprekjes goed mee geoefend?

Slide 35 - Diapositive

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 36 - Diapositive

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 37 - Diapositive