6.3 Mensen in het kustgebied

§6.3 Mensen in het kustgebied
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

§6.3 Mensen in het kustgebied

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6.3 Mensen in het kustgebied

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Je weet aan het einde van de les:
  • hoe kwelders zijn gevormd
  • het ontstaan en de kenmerken van een zeekleipolder
  • het ontstaan en de kenmerken van veenontginningen
  • waarom het gebruik van veengrond is veranderd
  • het ontstaan en de kenmerken van een droogmakerij

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk tijdperk kwamen de eerste bewoners in het kustgebied te wonen?

Slide 5 - Question ouverte

ongeveer 20.000 tot 13.000 jaar geleden
In de periode 3000 tot 1200 jaar geleden is de kustlijn weer naar het westen verschoven. Er was dus sprake van:
A
regressie
B
transgressie

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De laatste 1200 jaar is er weer sprake van transgressie.
Tijdens overstromingen werd in het kustgebied achter de duinen veel zeeklei afgezet. 
Bij overstromingen zijn in en na de middeleeuwen duizenden mensen omgekomen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ging men doen om zich te beschermen tegen de overstromingen?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hogebeintum
Men ging terpen of wierden bouwen in het noorden en het rivierengebied.
Zo kon de woning en het vee droog worden gehouden tijdens de overstromingen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ging men daarna doen om zich te beschermen tegen hoogwater?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Horigen werden door kloosters aan het werk gezet om dijken te bouwen om het kloosterland droog te houden.
In de loop van de tijd zijn steeds meer gebieden bedijkt.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt een bedijkt gebied genoemd waar de waterstand kunstmatig geregeld wordt?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De polders in Nederland zijn zowel met zeeklei als met laagveen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de 17e eeuw ging men ook grote waterplassen droogleggen.
Dit waren zowel polders als droogleggingen.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitvinding maakte droogleggingen mogelijk?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Met een molengang kon men het water uit de polder wegpompen zodat het gebied niet opnieuw onder 
water liep.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zeekleilandschap
Wisselende invloed van de zee in het Holoceen:
  • Transgressie:
    + kustlijn verschuift landinwaarts
    + afzetting jonge zeeklei

  • Regressie:
    + kustlijn verschuift zeewaarts
    + ontstaan veenlagen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zeekleilandschap
Afzetting van klei door getij: 

  1. Als de zee het hoogst is, staat het water even stil
  2. De slibdeeltjes zakken naar de bodem
  3. Als het eb, wordt blijven de slibdeeltjes achter
  4. De grond komt hoger te liggen
  5. Het gebied overstroomt zelden meer
  6. Het gebied raakt begroeid -> kwelder

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zeekleilandschap
500 v.Chr.: wonen op terpen: 
-> kunstmatige heuvels ter bescherming tegen het zeewater.

1000 n.Chr.: wonen achter dijken.
  • Eerst: ‘defensief’ = bescherming tegen de zee
  • Later: ‘offensief’ = land winnen op zee

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zeekleilandschap
1000 n.Chr.: wonen achter dijken.
  • Eerst: ‘defensief’ = bescherming tegen de zee
  • Later: ‘offensief’ = land winnen op zee
  1. Aanslibbing van land buitendijks
  2. Ontstaan van kwelders
  3. Bedijking van die kwelders
  4. Kenmerken van zo’n zeekleipolder
    ~ 2 m boven NAP, akkerbouw, vruchtbaar en blokverkaveling 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruilverkaveling 
Voor & Na 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zeekleilandschap
Friese en Groningse boeren hadden recht van opstrek:
= nieuw ingepolderde land in bezit nemen.

Kwelderwerken = menselijke ingrepen in kwelders om landaangroei te stimuleren.

-> houten palen met wilgentakken ertussen zorgen voor rustiger water met meer sedimentatie

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de kwelders aan de Fries-Groningse waddenkust wordt nog steeds land gewonnen.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom doet men in de Waddenzee nog aan landwinning?
A
Boeren mogen de grond houden en gebruiken.
B
Boeren krijgen geld voor het ingedijkte land.
C
Voor de veiligheid is landwinning belangrijk.
D
Om te gebruiken als jachtgebied.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve zeespiegelstijging?

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Opdrachten ..

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Je weet aan het einde van de les:
  • hoe kwelders zijn gevormd
  • het ontstaan en de kenmerken van een zeekleipolder
  • het ontstaan en de kenmerken van veenontginningen
  • waarom het gebruik van veengrond is veranderd
  • het ontstaan en de kenmerken van een droogmakerij

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6.3 Mensen in het kustgebied

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
Voorkennis testen

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep het begrip naar de juiste definitie!
Grondsoort die bestaat uit (half) vergane plantenresten.
De combinatie van stijgen van zee + effect van bodemdaling.
Periode waarin de invloed van de zee toeneemt.
veen
transgressie
relatieve zeespiegelstijging

Slide 34 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de afbeelding is transgressie te zien tussen afbeelding B en C.
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2 redenen voor transgressie
A
stijging zeespiegel + minder verdamping
B
stijging zeespiegel + bodemdaling
C
minder verdamping+ bodemdaling

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het verteren van veen door contact met zuurstof noem je
A
Inklinking
B
Compactie
C
Veenoxidatie

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zeekleilandschap
1000 n.Chr.: wonen achter dijken.
  • Eerst: ‘defensief’ = bescherming tegen de zee
  • Later: ‘offensief’ = land winnen op zee
  1. Aanslibbing van land buitendijks
  2. Ontstaan van kwelders
  3. Bedijking van die kwelders
  4. Kenmerken van zo’n zeekleipolder
    ong. 2 m boven NAP, akkerbouw, vruchtbaar en blokverkaveling 

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B89 Grondsoorten in Nederland

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veenlandschap
Rond het jaar 1000 gingen mensen in het veenlandschap wonen door:
  1. De bouw van boerderijen langs een weg, dijk, kanaal, riviertje. -> ontginningsbasis

  2. Het graven van een brede waterloop op 1 km afstand van de ontginningsbasis.->  wetering

  3.  Graven van slootjes in de lengterichting voor de ontwatering.

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veenlandschap
Zo ontstond het landschap van veenontginningen: veenpolders met een strokenverkaveling

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veenlandschap
Eerst: akkerbouw

Later: te nat voor akkerbouw -> veeteelt
Te nat door:
  • Inklinking: inzakken veenbodem door ontwatering
  • Veenoxidatie: verteren plantenresten door aanwezigheid zuurstof in het ontwaterde veen


Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veenlandschap
Door de lage ligging:
  • Zijn dijken nodig
  • Moet de waterstand kunstmatig geregeld worden

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veenlandschap
Ook zijn plassen ontstaan door het afgraven van veen:
  • Gedroogd veen = een brandstof
  • Honderden afgegraven watergangen: petgaten
  • Daartussen plekken om het veen te drogen: legakkers
  • Tijdens stormen spoelden ook de legakkers weg

    VB: Loosdrechtse Plassen

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Droogmakkerijen
Sinds de 16e eeuw: drooglegging van grote meren, plassen en delen van de zee.
-> droogmakerijen

Stap 1: aanleg ringdijk met ringvaart om het droog te malen meer

Stap 2: water wegpompen uit het lager gelegen meer in de hoger gelegen ringvaart met een gemaal.

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Droogmakkerijen
Kenmerken droogmakerijen:

  • Gemiddeld 3 tot 5 m onder NAP
  • Oude zeeklei aan het oppervlak doordat het veen:
    + is weggeslagen door stormvloeden
    + is afgegraven voor turfwinning:

    -> onderdeel van het zeekleilandschap

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Je weet aan het einde van de les:
  • hoe kwelders zijn gevormd
  • het ontstaan en de kenmerken van een zeekleipolder
  • het ontstaan en de kenmerken van veenontginningen
  • waarom het gebruik van veengrond is veranderd
  • het ontstaan en de kenmerken van een droogmakerij

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In wat voor een gebied ontstaat veen?
A
zandgrond
B
kleigrond
C
moeras
D
zoutvlakte

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1e veenvorming
(zwart in tekening)
A
Hollandveen
B
Brabantveen
C
Basisveen
D
Grondveen

Slide 50 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Eerste duinen

A
Oude duinen
B
Jonge duinen
C
Nieuwe duinen
D
Basisduinen

Slide 51 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions