Hoofdstuk 2 Paragraaf 3 Geloven, weten en maken

De tijd van Grieken en Romeinen
Geloven, weten en maken
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De tijd van Grieken en Romeinen
Geloven, weten en maken

Slide 1 - Diapositive

Waarom was de tiran Peisitratos zo geliefd in Athene

Slide 2 - Question ouverte

Doelen voor deze les:

- De Griekse goden Zeus, Poseidon, Hades, Apollo, Athena en Aphrodite en hun speciale taken noemen.

- Uitleggen waarom de Grieken mythen hadden.

- Uitleggen hoe de Grieken hun goden gunstig stemden.

- Uitleggen wat het orakel van Delphi was.

- Uitleggen waarom wetenschap een verandering was in de manier van denken van mensen.

- Uitleggen wat een filosoof is.
Les 2

- Uitleggen wat het verschil was tussen de filosofen Plato en Aristoteles.

- Uitleggen waarom het in de 5e en 4e eeuw v.C. heel goed ging met de cultuur in Athene.

- Een Griekse tempel herkennen aan de hand van twee kenmerken.

- Uitleggen wat de Grieken vanaf de 5e eeuw v.C. veranderden aan hun beelden.

- Uitleggen waarom de Griekse cultuur klassiek wordt genoemd.

- Uitleggen waarom de Grieken zich ondanks de verschillen toch één volk voelden.

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel: Je kan uitleggen waarom mythen ontstonden.

Slide 4 - Question ouverte

Prehistorie: Waarom ontstonden er natuurgodsdiensten?

Slide 5 - Carte mentale

Denk nu zelf na: Waarom ontstonden de Griekse Mythen?

Slide 6 - Question ouverte

De 'belangrijkste' Griekse Goden
  • Zeus: Oppergod: God van de lucht/bliksem
  • Poseidon: God van de Zee
  • Hades: God van de onderwerld
  • Apollo: God van de zon en kunst
  • Dionysos: God van de Wijn
  • Ares: God van de Oorlog
  • Hephaistos: God van de Ambacht
  • Hermes: God van de Dieven/ De boodschapper van de Goden. 

Slide 7 - Diapositive

De 'belangrijkste' Griekse Godinnen
  • Athene: Godin van de Wijsheid
  • Aphrodite: Godin van de liefde
  • Artemis: Godin van de jacht
  • Hera: Godin van het huwelijk
  • Demeter: Godin van de oogst

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Goden tevreden houden
  • Organiseren van sportwedstrijden
  • Mooie gebouwen bouwen
  • Offers brengen 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Het Orakel (Delphi)
  • Tempel
  • Advies (van de Goden)
  • Priesters (Godsdienstige leiders)

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Op welke manier dachten filosofen anders na over geschiedenis, ziektes en de natuur?

Slide 16 - Question ouverte

Filosofen
  • 'Liefhebber van Wijsheid'
  • Diep nadenken of goed kijken. 
  • Juiste conclusies trekken

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Verleden: 

Ziekte: Veroorzaakt door de goden (Goden zijn boos)

Geschiedenis: Het geloven van verhalen verteld door papa en mama. 


Verschil: 

Ziekte: Biologische oorzaak (Virussen/bacterien) 

Geschiedenis: Onderzoek doen naar het verleden, is het echt gebeurd?

Natuur: Natuur is gebonden aan natuurwetten

Slide 19 - Diapositive

Verschil in gedachten
Mythen tegenover het verstand: Ik geloof niet meer in mythen maar laat mijn verstand en mijn ogen het werk doen. 

Slide 20 - Diapositive

Maken Paragraaf 2.3
  • Maken paragraaf 2.3 tot en met vraag 4
  • Afmaken paragraaf 2.3
  • Nakijken paragraaf 2.3

Slide 21 - Diapositive

Welke god zie je hier?

Slide 22 - Question ouverte

Lesdoel: Je kan uitleggen waarom mythen ontstonden.

Slide 23 - Question ouverte

Afsluiting
  • Huiswerk: Paragraaf 2.3 tot en met vraag 4
  • Leren leerdoelen paragraaf 2.3
  • Toets: 
  • Tafels en stoelen aanschuiven. 

Slide 24 - Diapositive

De tijd van Grieken en Romeinen. 
Les 2
Geloven, weten en maken

Slide 25 - Diapositive

Wat is een filosoof

Slide 26 - Carte mentale

Wie was de god van de zee?
A
Zeus
B
Hades
C
Apollo
D
Poseidon

Slide 27 - Quiz

Doelen van de vorige les:

- De Griekse goden Zeus, Poseidon, Hades, Apollo, Athena en Aphrodite en hun speciale taken noemen.

- Uitleggen waarom de Grieken mythen hadden.

- Uitleggen hoe de Grieken hun goden gunstig stemden.

- Uitleggen wat het orakel van Delphi was.

- Uitleggen waarom wetenschap een verandering was in de manier van denken van mensen.

- Uitleggen wat een filosoof is.
Doelen van deze les: 

- Uitleggen wat het verschil was tussen de filosofen Plato en Aristoteles.

- Uitleggen waarom het in de 5e en 4e eeuw v.C. heel goed ging met de cultuur in Athene.

- Een Griekse tempel herkennen aan de hand van twee kenmerken.

- Uitleggen wat de Grieken vanaf de 5e eeuw v.C. veranderden aan hun beelden.

- Uitleggen waarom de Griekse cultuur klassiek wordt genoemd.

- Uitleggen waarom de Grieken zich ondanks de verschillen toch één volk voelden.

Slide 28 - Diapositive

Verschil in gedachten
Mythen tegenover het verstand: Ik geloof niet meer in mythen maar laat mijn verstand en mijn ogen het werk doen. 

Slide 29 - Diapositive

'Ik geloof niet meer in mythen maar laat mijn verstand en mijn ogen het werk doen. '

Leg dit in je eigen woorden uit

Slide 30 - Question ouverte

Bloei van Athene
  • Welvaart
  • Tempels en beeldhouwwerken

Slide 31 - Diapositive

Waar kon je Griekse tempels aan herkennen.

Slide 32 - Question ouverte

Griekse Tempels
  • Symmetrisch
  • Zelfde aantal zuilen aan de linkerkant als aan de rechterkant. 

Slide 33 - Diapositive

Kijk goed

Slide 34 - Diapositive

Welk verschil zien jullie tussen de twee beelden?

Slide 35 - Question ouverte

Wie zie je hier?

Slide 36 - Question ouverte

Wat zie je hier?

Slide 37 - Question ouverte

Leg uit waarom wij de Griekse bloeitijd 'Klassiek' noemen.

Slide 38 - Question ouverte

Waarom noemen we de Griekse bloeitijd 'klassiek'?
De Grieken waren eerste die deze vormen van architectuur (bouwen) en van beeldhouwen gebruikte. 

Andere volken zoals de Romeinen namen deze weer over van de Grieken. 

Slide 39 - Diapositive

Noem 3 voorbeelden waarom de Grieken zich toch 1 volk voelden.

Slide 40 - Question ouverte

Waarom toch 1 Grieks volk?
  • Spraken dezelfde taal
  • Schreven hetzelfde
  • Vereerden dezeflde goden
  • Zelfde Sagen (Helden verhalen)
  • Zelfde legenden (Wonderlijke verhalen)

Slide 41 - Diapositive

Maken Paragraaf 2.3
  • Afmaken paragraaf 2.3
  • Nakijken paragraaf 2.3
  • Verder met Lesson-up 2.4.

Slide 42 - Diapositive

Waaraan kan je een Griekse tempel herkennen?
A
Kleuren
B
Beelden
C
Zuilen
D
Beweging

Slide 43 - Quiz

Afsluiting
  • Huiswerk: Paragraaf 2.3 tot en met vraag 4
  • Leren leerdoelen paragraaf 2.3
  • Toets: 
  • Tafels en stoelen aanschuiven. 

Slide 44 - Diapositive