Eduard Douwes Dekker en de Max Havelaar

Max Havelaar
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Max Havelaar

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

altijd in geldnood

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Cultuurstelsel
Het cultuurstelsel hield in dat de inlandse bevolking ertoe verplicht werd om 1/5 van de landbouwgrond te verbouwen met een product dat de Nederlandse overheid wilde hebben.Indigo, thee, koffie en suiker. Dit moest dan ook afgestaan worden.
Havelaar geeft  aan dat hij niet langer wil dat de bevolking gedwongen wordt om meer af te staan. Hij wil dat de uitbuiting stopt.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Kenmerken van de romantiek:
 Romantische personages zijn lijders aan Weltschmertz of dromers en idealisten. Max Havelaar behoort tot de laatste categorie: hij is een dromer, een idealist en een wereldverbeteraar. Havelaar vertelt Verbrugge dat hun ‘roeping heerlijk’ is. Zo’n opmerking is typerend voor een idealistische dromer. Romantici en hun personages cultiveren de ‘cultus van het individu’, ze leven vanuit het besef uniek, enig te zijn. Havelaar zegt tegen Verbrugge dat hij anders is dan de anderen, hij is zich buitengewoon goed bewust van zijn eigen individualiteit.

Slide 13 - Diapositive

Dubbelroman
Een dubbelroman is een roman met een dubbel plot en verschillende hoofdthema’s. Stern is een van de hoofdpersonen uit het eerste hoofdthema: Hij moet in opdracht van Droogstoppel een boek over de Nederlandse koffiehandel schrijven. In plaats daarvan schrijft hij de belevenissen op van Max Havelaar, die ongeveer de helft van het totale boek beslaan. De hoofdpersoon uit het eerste hoofdthema (koffiehandel )wordt daarmee dus een auctoriale verteller in het tweede hoofdthema (belevenissen van Max Havelaar). 

Slide 14 - Diapositive

Raamvertelling
Het eerste verhaal vormt de omlijsting van een ander verhaal. Het verhaal start met een vertelling in het heden (Droogstoppel krijgt pak van Sjaalman), vervolgens wordt er teruggekeken naar het verleden (Max Havelaar in Nederlands-Indië) dus een verhaal in een verhaal. Daarnaast is er het op zichzelf staande verhaal van Saïdjah en Adinda. Dit wordt verteld binnen het verhaal van Max Havelaar in Nederlands-Indië. (het is ook te beargumenteren dat het binnen het verhaal van Droogstoppel valt, aangezien het verhaal onderdeel was van het pak van Sjaalman).

Slide 15 - Diapositive

Max Havelaar als het werk van een romanticus?
 1. In de Max Havelaar is er een voorkeur voor de vrije vorm i.t.t. de classistische vormeisen. Dit is te herkennen in de manier waarop Multatuli zijn aanklacht verpakt heeft : een verhaal met veel gevoel erin én een verhaal waarin hij voortdurend speelt met de vorm : de raamvertelling, de dubbelroman met toespraken erin, tafelgesprekken, spannende scènes. 
2. In de romantiek zie je dat de kunstenaar zich afzette tegen de gevestigde orde, dat hij een ideaalbeeld had van een betere wereld. Droogstoppel versus Max Havelaar
3. Kenmerk m.b.t. humor:  In het Droogstoppel-verhaal komt veel humor voor

Slide 16 - Diapositive

De Max Havelaar is een ...
A
raamvertelling
B
briefroman
C
non-fictieverhaal
D
lang gedicht

Slide 17 - Quiz

Wat maakt de Max Havelaar tot een werk uit de Romantiek?

Slide 18 - Question ouverte

  speech Max Havelaar                                     
Havelaar begint met het groeten van alle aanwezigen (p.116).
Prijst zijn publiek: ‘Ik weet dat er onder u lieden zijn die zich onderscheiden in kennis en goedheid van hart.’ (p.116-117).
Havelaar schetst een positief toekomstbeeld. Allah heeft hen de macht gegeven om van dit arme gebied weer een welvarende streek te maken.
Havelaar gebruikt beeldspraak: ‘Ik ben hier naartoe gezonden om uw vriend te zijn, uw oudere broer. Zou u uw jongere broer niet waarschuwen als u een tijger op de weg zag?’ (p.120). Over de toespraak, p.121: ‘Zijn beelden, die altijd waren gekozen uit het dagelijks leven, waren voor hem hulpmiddelen om begrijpelijk te maken wat hij bedoelde, en niet, zoals bij veel sprekers, lastige aanhangsels die niet toevoegen aan begrip van kwesties die men zogenaamd wil toelichten.’
Havelaar maakt gebruik van herhaling: waarom….? Waarom….?
Retorische vragen: p.121: ‘Ik vraag u, hoofden van BantenKidul, waarom zijn er zo velen die weggingen, om niet te worden begraven waar ze zijn geboren? Waarom vraagt de boom waar de man is die hij als kind zag spelen aan zijn voet?’
Hij schetst een toekomstbeeld van betere tijden: er zal recht gesproken worden.
retorische middelen

Slide 19 - Diapositive

Dominee Wawelaar is een ...
A
pseudoniem
B
speaking name
C
alter ego van Havelaar
D
typetje

Slide 20 - Quiz

vertellers in de Max Havelaar
Droogstoppel, Stern en Multatuli

Slide 21 - Diapositive