2 h/v GL 4ed Chapitre 4 De gebiedende wijs - rappel
Hoe herken je dat het werkwoord in de gebiedendewijs vorm is ? (2 dingen)
1 / 11
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Hoe herken je dat het werkwoord in de gebiedendewijs vorm is ? (2 dingen)
Slide 1 - Question ouverte
Welke vormen gebruik je voor de gebiedende wijs?
A
tu
B
je
C
vous
D
nous
Slide 2 - Quiz
welke werkwoordvorm is geen gebiedende wijs
A
Mange
B
Vend
C
Parlez
D
Attends
Slide 3 - Quiz
Wat is hieronder niet correct?
A
Prends!
B
Prendez!
C
Restez!
D
Réponds!
Slide 4 - Quiz
Wat is hieronder niet correct?
A
Fais!
B
Ferme!
C
Attendez!
D
Faisez!
Slide 5 - Quiz
Hoe vertaal je: Sjoerd, ga naar school!
Slide 6 - Question ouverte
Kies de juiste vorm:
Madame Dupont, .................un dessert!
Madame Dupont, .................un dessert!
A
Prends!
B
Prendez!
C
Prenez!
D
Prend!
Slide 7 - Quiz
Zet de zin in gebiedende wijs (noteer alleen de werkwoordsvorm):
(corriger) Madame, ... le teste!
(corriger) Madame, ... le teste!
Slide 8 - Question ouverte
Zet de zin in gebiedende wijs (noteer alleen de werkwoordsvorm):
(prendre) Madame, ... un café!
(prendre) Madame, ... un café!
Slide 9 - Question ouverte
Zet de zin in gebiedende wijs (noteer alleen de werkwoordsvorm):
(danser) Sandra et Emilie, ... à la fête!
(danser) Sandra et Emilie, ... à la fête!
Slide 10 - Question ouverte
Zet de zin in gebiedende wijs (noteer alleen de werkwoordsvorm):
(écouter) Nathalie, ... la radio!
(écouter) Nathalie, ... la radio!
