Bronnen oefening

Oefening over bronnen
Je krijgt oefenvragen over het leerdoel bronnen.
Maar ook over de tien tijdvakken en andere begrippen uit thema 1.
Veel succes!
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefening over bronnen
Je krijgt oefenvragen over het leerdoel bronnen.
Maar ook over de tien tijdvakken en andere begrippen uit thema 1.
Veel succes!

Slide 1 - Diapositive

1. Leg uit: wat is een geschreven bron?

Slide 2 - Question ouverte

2. Leg uit: wat is een ongeschreven bron?

Slide 3 - Question ouverte

3. Leg uit: waarom gebruiken we bronnen om het verleden te verklaren?

Slide 4 - Question ouverte

Wat zijn bronnen?
A
Dingen uit het verleden
B
Dingen uit de geschiedenis
C
Dingen die ons informatie geven over het verleden
D
Dingen die mensen uit het verleden hebben achtergelaten

Slide 5 - Quiz

Wat hoort bij prehistorie en wat hoort bij historie?
Sleep de gegevens naar het juiste vak.
Prehistorie
Historie
Geschreven bronnen
Ongeschreven bronnen

Slide 6 - Question de remorquage


Niet alle overblijfselen uit het verleden zijn hetzelfde. Zo zijn er geschreven bronnen en ongeschreven bronnen.

De handtekening van Karel de Grote is een voorbeeld van een......?
A
geschreven bron
B
ongeschreven bron

Slide 7 - Quiz

ongeschreven bronnen
geschreven bronnen

Slide 8 - Question de remorquage

Geschreven bronnen 
Ongeschreven bronnen
Versleep de afbeeldingen naar de juiste box.

Slide 9 - Question de remorquage

Komen onderstaande bronnen uit de prehistorie of de historie? 
prehistorie
historie

Slide 10 - Question de remorquage

Tijdvak 1: tijd van de Jagers en Boeren
Tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen
Tijdvak 3: tijd van Monniken en Ridders
Tijdvak 4: tijd van Steden en Staten
Tijdvak 5: tijd van Ontdekkers en Hervormers
Tijdvak 6: tijd van Regenten en Vorsten

Slide 11 - Question de remorquage

Welke omschrijving hoort bij welk tijdvak?
tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
tijdvak 4
tijdvak 5
tijdvak 6
tijdvak 7
tijdvak 8
tijdvak 9
tijdvak 10
Ontdekkers en hervormers
Steden en staten
Jagers en boeren
Grieken en Romeinen
Wereld- oorlogen
Televisie en computer
Pruiken en revoluties
Monniken en ridders
Regenten en vorsten
Burgers en stoommachines

Slide 12 - Question de remorquage

Wie was Ötzi?
A
Een yeti
B
Een bevroren bergwandelaar
C
Een ijsmummie
D
Een archeoloog

Slide 13 - Quiz

Sleep de punaise naar het tijdvak waarin Ötzi gevonden is. 
Punaise

Slide 14 - Question de remorquage

Schrijf 5 woorden op
waar jij aan denkt bij jagers

Slide 15 - Carte mentale

Hoe woonden de eerste boeren?
Sleep de plaatjes naar waar of niet waar?
Hier woonden de eerste boeren wel
Hier woonden de eerste boeren niet

Slide 16 - Question de remorquage

Jagers en 
verzamelaars
Boeren

Slide 17 - Question de remorquage

1. Sleep naar het juiste vak:
Dit is een sleepvraag.
Verzamelen
Jagen
Herten
Bessen
Wortels
Mammoeten

Slide 18 - Question de remorquage

Schrijf 5 woorden op
waar jij aan denkt bij boeren

Slide 19 - Carte mentale

Wat voor godsdienst hadden de eerste boeren?
A
Christendom
B
Hindoeïsme
C
Natuurgodsdienst
D
Islam

Slide 20 - Quiz

Het leven van de eerste boeren was anders dan dat van jagers-verzamelaars.
Noem twee gevolgen die de overgang naar landbouw had voor de eerste boeren.

A
Boeren gingen op een vaste plaats wonen en de bevolking groeide.
B
Ze konden niet meer jagen en bleven op een vaste plaats wonen.
C
Als ze konden trokken ze rond en vingen wilde dieren.
D
Er ontstonden sociale verschillen en de kans op ziektes nam toe.

Slide 21 - Quiz

De eerste boeren woonden in:
A
Afrika
B
Amerika
C
Het midden oosten
D
Limburg

Slide 22 - Quiz

Wat was het middel van bestaan van de eerste boeren?
A
jagen en verzamelen
B
landbouw
C
ruilen
D
voedsel kopen

Slide 23 - Quiz