Discriminatie en pesten

donderdag 22 juni 2017
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
MetaaltechniekPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

donderdag 22 juni 2017

Slide 1 - Diapositive

discrimineren en pesten

Slide 2 - Diapositive

Wat is discriminatie?
  • Discriminatie is het ongelijk behandelen van mensen
  • Denk aan: huidskleur, leeftijd, handicap
  • Als iemand niet wordt aangenomen omdat hij of
  • zij vrouw, zwart of homo is

Slide 3 - Diapositive

voorbeeld
  •  Een man wordt op zijn werk door collega's gepest omdat hij homo is
  • Een vrouw wordt gediscrimineerd omdat ze een hoofddoek draagt

Slide 4 - Diapositive

Wat zegt de wet?
  • Discriminatie is verboden
  • Iedereen heeft gelijke kansen
  • e mag geen dingen roepen die discriminerend zijn
  • Discrimineer je onterecht? Dan moet je je beslissing terugdraaien 

Slide 5 - Diapositive

De gevolgen van discriminatie
  • Slechte prestaties op het werk
  • Ziekteverzuim
  • Uitval van personeel

Slide 6 - Diapositive

je mag aangifte doen bij de politie

Slide 7 - Diapositive

Wat is pesten?
  • Een lange tijd anderen treiteren
  • Pesten zijn niet alleen grapjes uithalen
  • Geweld is ook een vorm van pesten

Slide 8 - Diapositive

Wat is pesten?
  • Plagen gebeurt vaak van beide kanten
  • Pesten gebeurt vaak door één persoon

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld:
Iemand voor schut zetten voor de klas
Een scheetkussen op iemand zijn stoel leggen

Slide 10 - Diapositive

Wat kun je doen?
  •  Maak de pester duidelijk zijn ‘grapjes’ niet meer leuk zijn
  • Vertel je verhaal aan de vertrouwenspersoon
  • Kom voor jezelf op

Slide 11 - Diapositive

Wat is het verschil tussen plagen en pesten?
A
Plagen is grappig, pesten is dit helemaal niet
B
Plagen is erger dan pesten
C
Er is geen verschil, het is allebei een grapje

Slide 12 - Quiz

 A. Plagen is grappig, pesten is dit helemaal niet
 Het goede antwoord is A
Plagen komt van twee kanten
Vaak is dit een grapje
Pesten is niet leuk

Slide 13 - Diapositive

Kan iedereen gepest of gediscrimineerd worden?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Het juiste antwoord is: JA
Iedereen kan gepest of gediscrimineerd worden
Denk eens goed na hoe je het zou vinden
om zelf gepest te worden

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Werkdruk en de signalen

Slide 17 - Diapositive

Wat is werkdruk?
  •  Werkdruk betekent dat de hoeveelheid werk dat een werknemer aan kan te hoog is
  • Wanneer je je werk binnen een bepaalde tijd niet af kunt krijgen

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Ontstaan van werkdruk
  • Te weinig tijd voor een opdracht
  • Werk dat niet aansluit bij de opleiding
  • Ruzie met leidinggevende
  • Veeleisende klanten
  • Te weinig pauzes

Slide 20 - Diapositive

Gevolgen:
  • Hoofdpijn
  • Duizeligheid
  • Klachten aan arm, nek en schouders
  • Erg moe zijn
  • Overspannen

Slide 21 - Diapositive

  • De kans op een ongeval is GROOT wanneer
de werkdruk HOOG is

Slide 22 - Diapositive

Werkdruk verminderen
  • Neem voldoende pauzes
  • Zorg voor een goede planning
  • Durf ‘nee’ te zeggen
  • Je hoeft niet alles te doen
  • Vraag om hulp
  • Luister naar je eigen lichaam

Slide 23 - Diapositive

Werkdruk kan ontstaan:
A
Wanneer je graag eerder naar huis wilt maar van je baas niet mag
B
Wanneer het niet duidelijk is wat je precies moet doen

Slide 24 - Quiz

Antwoord B is goed
Wanneer de omschrijving van je werk niet duidelijk is
kan er werkdruk ontstaan
Vraag om uitleg

Slide 25 - Diapositive

Als er veel werkdruk is, maak je meer fouten
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Het goede antwoord is WAAR
Als je werkdruk voelt dan ga je dingen sneller
doen waardoor je sneller fouten kunt gaan maken

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

gevarensymbolen

Slide 29 - Diapositive

Wat is een gevaarsymbool?
  • het zijn eigenlijk 2 woorden: gevaar en symbool. 
  • Gevaar is iets wat je pijn kan doen zoals brand 
  • een symbool is een plaatje.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Let op!
  • Lees altijd het etiket zodat je zeker weet wat erin zit en
  • misschien moet je wel een PBM gebruiken bij het gebruik van de stof.

Slide 32 - Diapositive

Dit gevaarsymbool betekent: licht ontvlambaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quiz

NIET WAAR
Het betekent ontplofbaar.
Let goed op dat je weet wat de symbolen betekenen!

Slide 34 - Diapositive

Gevaarsymbolen op verpakkingen zijn verplicht
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quiz

WAAR.
Gevaarsymbolen zijn verplicht wanneer er een stof in de
verpakking zit die gevaarlijk is. 

Slide 36 - Diapositive

Dit plaatje staat op een verpakking. Is dit een gevaar?
A
ja
B
nee

Slide 37 - Quiz

Ja dit is een gevaar.
Een gevaarsymbool geeft aan dat iets gevaarlijk is en er dus
voorzichtig mee moet worden omgegaan. 

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo

Slide 40 - Lien

Slide 41 - Diapositive