3TL 3.4 Voedselrelaties les 1

Hfst 3 Planten en dieren
3.1 Organismen in hun omgeving 
3.2 Planten 
3.3 Energierijke stoffen
3.4 Voedselrelaties les 1
3.5 Kringlopen


1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hfst 3 Planten en dieren
3.1 Organismen in hun omgeving 
3.2 Planten 
3.3 Energierijke stoffen
3.4 Voedselrelaties les 1
3.5 Kringlopen


Slide 1 - Diapositive

Begintaak

Schrijf in je schrift of boek 3 biotische factoren en 3 abiotische factoren

Slide 2 - Diapositive

(a)biotische factoren
(a)biotische factoren zijn van invloed op organismen

biotisch leeft, a-biotisch niet!




Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen waaruit een ecosysteem bestaat
  • Je kunt voedselrelaties noteren in een voedselketen en in een voedselweb
  • Je kunt een voedselpiramide tekenen en de vorm verklaren
  • Je kunt uitleggen waardoor er energie uit een voedselketen verdwijnt

Slide 4 - Diapositive

Ecosysteem 
Een ecosysteem zijn alle abiotische en biotische factoren in een bepaald gebied. 

Slide 5 - Diapositive

Van groot naar klein
Levensgemeenschap: alle organismen in een bepaald gebied.

Populatie: alle dieren van hetzelfde soort in 1 bepaald gebied, die zich onderling voortplanten.

Individu: 1 organisme van een populatie.

Slide 6 - Diapositive

Voedselrelaties
Biotische factor

Rij organismen (schakels) die elkaar 
opeten = voedselketen. 
Begin altijd met een producent.

Een aantal voedselketens die met 
elkaar verbonden zijn = voedselweb.


Slide 7 - Diapositive

Hoe worden voedselrelaties genoteerd?
Voedselrelatie = wie eet wie

Een rijtje met organismen die elkaar eten heet een voedselketen. 

--> = wordt gegeten door 

Slide 8 - Diapositive

Schakels
De krop sla is 1 schakel.

Uit hoeveel schakels bestaat de voedselketen hiernaast? 


Een voedselketen begint met een producent

Slide 9 - Diapositive

Hiernaast zie je een voedselweb. Een voedselweb bestaat uit meerdere voedselketens. Schrijf een voedselketen van vijf schakels op.

Slide 10 - Question ouverte

De pijl in een voedselketen/-web betekent.......
A
"heeft gegeten"
B
"gaat eten"
C
"eet"
D
"wordt gegeten door"

Slide 11 - Quiz


Huiswerk
Lezen: blz. 175 t/m 177
Maken: 14 t/m 19










Slide 12 - Diapositive