Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Pak je boek voor je blz 122/123
Slide 4 - Diapositive
lees blz 122 kopje 1
UITLEG
Slide 5 - Diapositive
Wat kun je zeggen over de reactietijd en reactiesnelheid van de reactie in de afbeelding hiernaast. Je ziet dat een ijzeren paal aan het roesten is.
A
Reactiesnelheid = hoog
Reactietijd = kort
B
Reactiesnelheid = laag
Reactietijd = kort
C
Reactiesnelheid = laag
Reactietijd = lang
D
Reactiesnelheid = hoog
Reactietijd = lang
Slide 6 - Quiz
Maak opdracht 1 t/m 8 in je werkboek, kijk deze na en maak een foto ervan en plaats deze hier.
Slide 7 - Question ouverte
Lees blz 122 en 123 van je tekstboek
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Bij een experiment wordt waterstofchloride gemaakt. H2 reageert met Cl2 tot HCL, ook wordt er nikkel aan toegevoegd. De reactieverglijking is alsvolgt:
H2 (g) + CL2 (g) --> 2 HCL(g)
Is hier een katalysator gebruikt?
A
Ja, waterstof
B
Ja, Nikkel
C
Ja, chloor
D
Nee
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Welke afbeelding heeft een grotere verdelingsgraad?
A
B
Slide 12 - Quiz
Leg in eigen woorden uit waarom een grotere verdelingsgraad zorgt voor een snellere reactie.
Slide 13 - Question ouverte
Waarom zorgt een hogere temperatuur voor een snellere reactietijd?
A
Meer moleculen
B
Moleculen bewegen sneller
C
Moleculen bewegen langzamer
D
Minder moleculen
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Henk zegt dat een hogere concentratie zorgt voor een korte reactietijd.
Marieke zegt dat een hogere concentratie zorgt voor hogere reactiesnelheid.
Wie heeft er gelijk?
A
Henk heeft gelijk
B
Marieke heeft gelijk
C
Henk en Marieke hebben beiden gelijk
D
Henk en Marieke hebben beiden ongelijk
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Leg uit op welke 2 manieren je de druk kunt verhogen?
Slide 18 - Question ouverte
In de afbeelding hiernaast zie je een snelkookpan, aardappelen zijn hierin eerder gaar, hoe komt dit?
A
De reactie is sneller door een hogere temperatuur.
B
De reactie is sneller door een betere verdelingsgraad
C
De reactie is sneller door een hogere concentratie
D
De reactie is sneller door een hogere druk
Slide 19 - Quiz
Maak de vragen 9 t/m 24 in je werkboek. Kijk ze na een maak een foto, plaats deze hier.
Slide 20 - Question ouverte
Hoofdstuk 2
Neem hst 2 door.
Lees de begrippen, bekijk de plaatjes
Noteer je vragen, deze kun je vrijdag in de les stellen.
Bekijk bron 7 blz 34 en bron 5 blz 45 goed, deze zijn belangrijk.