Units 1 + 2

• eng
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Units 1 + 2

Are you ready?!

Today, we're testing:

Grammar from Units 1 + 2

Words & Sentences from Unit 2

Good luck! :)

Round 1: Words & Sentences

Vertaal:
delen

Vertaal:
sound

Vertaal:
zonder

Vertaal:
skip (to)

Vertaal:
morgen

Vertaal:
tonight

Vertaal:
Wanneer is het?

Vertaal:
Ik zou heel graag met je mee gaan.

Vertaal:
We gaan met de bus.

Vertaal:
Ik hoop dat je dan geen plannen hebt.

Round 2: Grammar!

Do you see _____ kids over there?

1. these
2. this
3. that
4. those

I mean _____ book, right here.

1. these
2. this
3. that
4. those

_____ apples here are yummy.

1. these
2. this
3. that
4. those

We like _____ school.

1. my
2. your
3. our
4. we

Hey, that is _____ pen.
Give it back to me!

1. my
2. your
3. our
4. me

This is my little sister.
_____ is very small.

1. I
2. they
3. she
4. you

Vertaal:
Je kunt gaan.

Vertaal:
Kan ik helpen?

Vertaal:
Zij kunnen niet zingen.
(lang/voluit)

Vertaal:
Wij gaan dat doen. (van plan zijn)
(voluit)

Vertaal:
Gaan wij ons dit herinneren?
(van plan zijn)

Vertaal:
Zij gaan niet dansen. (van plan zijn)
(voluit)

Schrijf voluit in het Engels:
maandag 04-12

Schrijf voluit in het Engels:
donderdag 25-01

Schijf voluit in het Engels:
Het is woensdag 11-04.

Wat is het meervoud van:
sound

Wat is het meervoud van:
tomato

Wat is het meervoud van:
baby

Wat is het meervoud van:
man

Wat is het meervoud van:
bird

Wat is het meervoud van:
tooth

Vertaal:
Wij hebben benen.
(voluit)

HAVE GOT - Vertaal:
Peter heeft geen zus.
(voluit)

HAVE GOT - Vertaal:
Hebben je ouders een auto?

The End!

Wat vind je nog moeilijk?
Wil je nog ergens extra hulp bij / uitleg over?