6.5 Energie

6.5 Energie
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

6.5 Energie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat energie nooit verloren kan gaan.
  • Je kunt uitleggen dat vermogen van een apparaat te maken heeft met energiegebruik.
  • Je kunt berekenen hoeveel energie een elektrisch apparaat gebruikt.


Slide 2 - Diapositive

Energie
Energie kan nooit verloren gaan! De energie die naar een apparaat gaat wordt vaak omgezet in warmte en in de energievorm van de werking van het apparaat. We meten energie in de eenheid kWh.

Slide 3 - Diapositive

James Watt
De hoeveelheid energie die een apparaat per seconde gebruikt, noem je het vermogen van dat apparaat. De eenheid van vermogen is watt (W).

Slide 4 - Diapositive

Vermogen

Een apparaat met meer vermogen (meer Watt) is sterker dan een apparaat met minder vermogen. 


Slide 5 - Diapositive

Kim en Jan kopen beiden een oven. De oven van Kim verbruikt 200 W, de oven van Jan 300 W. Kim en Jan zeggen beiden dat hun oven zuiniger is. Wie heeft er gelijk?
A
Kim heeft gelijk, 200 W is minder als 300 W.
B
Jan heeft gelijk, meer vermogen is beter verbruik van energie
C
Geen hebben gelijk, energie kan soms verloren gaan in een andere energie soort.

Slide 6 - Quiz

Kim en Jan kopen beiden een oven. De oven van Kim verbruikt 200 W, de oven van Jan 300 W. Kim zegt dat haar oven sterker en beter werkt. Heeft Kim gelijk?
A
Ja, 200W is beter als 300W
B
Nee, Jan heeft een betere oven gezien hij meer vermogen heeft
C
Nee, er gaat nooit energie verloren ze kunnen niks zeggen over de sterkte van de oven

Slide 7 - Quiz

Kilowatt
                                 :1000
                    W                              kW
                                 x1000
Je wilt altijd naar kW.

Slide 8 - Diapositive

Tabel grootheden en eenheden
E = P x t

Slide 9 - Diapositive

E=Pxt
Deze tv staat 200 h aan. Hoeveel energie is er verbruikt?

Gegeven:
Gevraagd: 
Formule: 
Berekening:
Antwoord: 

Slide 10 - Diapositive

Energiekosten =Energie x prijs van één kWh 
Deze tv staat 200 h aan. Wat kost het energieverbruik als 1 kWh 0,25 euro kost. 
Gegeven: 
Gevraagd: 
Formule: 
Berekening: 
 Antwoord: 

Slide 11 - Diapositive

Wat is de formule om de energiegebruik te berekenen?

Slide 12 - Question ouverte

In welke eenheid wil je P hebben?
A
W
B
kW
C
kWh
D
h

Slide 13 - Quiz

Hoeveel kW is 430 W?
A
0,43
B
4,3
C
43000
D
430000

Slide 14 - Quiz

Een wasmachine verbruikt 5000 W. Je wasprogramma duurt 4h. Bereken de energie in kWh.

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Antwoord
Gegeven: t= 4h en P= 5000 W: 1000= 5 kWh
Gevraagd: E
Formule: E=pxt
Berekening: E= 4x5
Antwoord: 20 kWh

Slide 17 - Diapositive

Hoeveel moet je betalen voor de energie die de wasmachine verbruikt als 1 kWh 0,25 euro kost.

Slide 18 - Question ouverte

Opdrachten maken
Weektaak:

Waar? Bladzijde 93 t/m 100
Wat? Opdracht 76 t/m 96
Hoe? In je werkboek
Klaar? Nakijken



Slide 19 - Diapositive