2.1: De macht van de koning les 1

2.1: De macht van de koning les 1
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2.1: De macht van de koning les 1

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
  • Terugblik vorige les.
  • uitleg 2.1
  • aan de slag met opdrachten.

Slide 2 - Diapositive

aan het einde van deze les....
.... weet je welke ideeën er horen bij de Verlichting.
.... weet je wat voor ideeën Montesquieu en Rousseau hadden.
.... weet je hoeveel macht een koning in de 18e eeuw had.

Slide 3 - Diapositive

De Franse revolutie

Slide 4 - Carte mentale

2.1: De macht van de koning
deelvragen:
- Welke ideeën horen bij de verlichting?
- Waarom kwam het Franse volk in opstand tegen zijn koning?

Slide 5 - Diapositive

Verlichte ideeën:

Slide 6 - Diapositive

de Verlichting:
Nieuwe manier van denken --> zelf logisch nadenken en kritisch zijn.


Slide 7 - Diapositive

middeleeuws denken?

Slide 8 - Carte mentale

Ideeën vanuit de Verlichting
  • Rijk of arm, slim of dom: alle mensen zijn gelijkwaardig            --> Gelijkheid
  • Alle mensen hebben dezelfde rechten, grondrechten. Regering moet die grondrechten beschermen.
  • De leiders van een volk moeten luisteren naar wat het volk wil.

Slide 9 - Diapositive

Rousseau
Montesquieu

Slide 10 - Diapositive

Rousseau
  • nadenken over het koningschap.
  • Mensen dachten dat de koning zijn macht van God gekregen had, daarom mocht hij doen wat hij wilde.
  • Rousseau vond dat de koning zijn macht van het volk kreeg en daarom goed voor zijn volk moest zorgen. 

Slide 11 - Diapositive

Montesquieu
Montesquieu dacht daar anders over: macht moet niet bij één man of één groep liggen.
verschillende groepen moeten elkaar controleren.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

De koning en zijn volk
  • mag vrijwel alles zelf beslissen.
  • geholpen door ministers, edellieden en ambtenaren, ze moesten hem gehoorzamen, zijn wil was wet.

We noemen dit:
absolutisme: vorm van regeren waarbij de koning alle macht heeft.

Slide 14 - Diapositive

De standen in Frankrijk

Slide 15 - Diapositive

De standen in Frankrijk
1. Geestelijkheid - geen belasting
2. Adel - geen belasting
3. de rest, boeren, ambachtslieden, rijke kooplieden, wetenschappers enz.  - wel belasting

stand 1+ 2 samen 3% van de bevolking maar bezit75% van alle grond in Frankrijk.

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag
- Maak de opdrachten in deze LessonUp
- Maken uit je werkboek van paragraaf 2.1: (vanaf blz. 32) opdr. 2, 5, 7

Slide 17 - Diapositive

Een bisschop hoort bij....?
A
De eerste stand
B
de tweede stand
C
De derde stand

Slide 18 - Quiz

Een boer hoort bij....?
A
De eerste stand
B
de tweede stand
C
De derde stand

Slide 19 - Quiz

Een hertog hoort bij....?
A
De eerste stand
B
de tweede stand
C
De derde stand

Slide 20 - Quiz

Bij welke stand hoort deze man? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Question ouverte

Betaalde deze man belasting? Leg je antwoord uit.

Slide 22 - Question ouverte

Bij welke stand horen deze mensen? Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Question ouverte

Betalen deze mensen belasting? Leg je antwoord uit.

Slide 24 - Question ouverte

Door welke stand zou deze afbeelding gemaakt zijn? Leg je antwoord uit.

Slide 25 - Question ouverte

Wat is de betekenis van deze afbeelding? (wat wilde de maker duidelijk maken?)

Slide 26 - Question ouverte

Dit heb ik geleerd

Slide 27 - Carte mentale

Volgende les:
2.1 deel twee: Waarom kwam het Franse volk in opstand tegen zijn koning?

Slide 28 - Diapositive