Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
1.3 Zinken, zweven en drijven
Tijdens deze les gaan we eerst nog even naar de vorige paragraaf kijken: Botsen en druk.
Daarna gaan we beginnen aan 1.3 Zinken, zweven en drijven.
Ondertussen roep ik leerlingen naar mij toe om af te tekenen.
Slide 2 - Diapositive
Voorkennis ophalen
Bewegende moleculen in een gas oefenen druk uit. Druk is de kracht op 1 m2
Slide 3 - Diapositive
Druk
Druk bereken je met de formule hiernaast.
Bespreek met je buurman/vrouw wat elk symbool bekent. En in welke eenheid gebruik je dan?
Slide 4 - Diapositive
Hoge hakken versus ballerina's...
Slide 5 - Diapositive
Welke geven meer druk?
Vergelijk de hakken die in het lokaaal staan eens met de ballerina's.
Welke van de 2 zullen de meeste druk geven? En hoe kun je dit met de formule voor druk verklaren?
Slide 6 - Diapositive
Meten
Luchtdruk meet je met een barometer.
Waar staat de barometer bij ons in het lokaal op dit moment op?
En hoeveel is dat van de gemiddelde luchtdruk?
Slide 7 - Diapositive
Tot zover de voorkennis...
Nu gaan we beginnen met de stof van 1.3 Zinken, zweven en drijven.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Laagjes cocktail
In de vorige slide zag je een natuurkunde laagjes cocktail. Deze kun je met behulp van wat kennis van dichtheid maken.
Elke vloeistof en vaste stof heeft een kleinere of grotere dichtheid. Hierdoor drijven sommige stoffen op elkaar, terwijl andere stoffen dat niet zouden doen.
Slide 10 - Diapositive
Binas
In de binas kun je (onder andere) de dichtheden van bepaalde stoffen opzoeken.
Als je een binas nodig hebt, kun je deze bij de docent of Mariska lenen.
Slide 11 - Diapositive
Dichtheid berekenen
Slide 12 - Diapositive
Massa
De massa bepaal je met een weegschaal.
Slide 13 - Diapositive
Volume
Volume kun je bepalen met de onderdompelmethode
Slide 14 - Diapositive
Voorbeeld
Bereken de dichtheid van het blokje.
m = 324 g V = 4 x 3 x 10 = 120 cm3 ρ = m:V = 324 : 120 = 2,70 g/cm3
Dit is dus waarschijnlijk aluminium
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Proefkonijnen
De proefkonijnen gaan kijken hoe drijfzand werkt.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Opdracht
Bespreek met je buurman/buurvrouw, hoe drijfzand werkt. En waar komt de naam drijfzand vandaan? Je zinkt er immers in weg? Maar kun je er in verdrinken?
Slide 19 - Diapositive
Asterix en Obelix
Kijk nog eens terug naar de eerste slide met Asterix en Obelix. Bespreek met elkaar hoe het kan zijn dat Obelix blijft drijven in de Dode Zee.
Slide 20 - Diapositive
Lees 1.3
Als je tijd over hebt, bekijk je de punaise opdrachten.
Slide 21 - Diapositive
Filmpje Dichtheid
Twee leerlingen laten zien hoe je dichtheid berekend en de onderdompelmethode gebruikt.
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
Oefenopdrachten
Hierna vind je een aantal oefenopdrachten voor dichtheid.
Slide 24 - Diapositive
GGO
Jantje koopt een gouden ketting en wilt weten of de ketting van echt goud is. Hij weegt de ketting en deze heeft een massa van 116 gram. Via de onderdompelingmethode heeft hij bepaald dat het volume 6 cm3 is. Formule m = V • ρ V = m / ρ ρ = m / V
Slide 25 - Diapositive
Bereken de ρ
1) 273 g - 26 cm3
2) 249 g - 15 cm3
3) 462 g - 44 cm3
4) 630 g - 60 cm3
5) 498 g - 30 cm3
Slide 26 - Diapositive
Diagram
Geef de meetresultaten aan in een diagram zoals deze.
Slide 27 - Diapositive
Vragen
a) Beredeneer welke voorwerpen van dezelfde stof kunnen zijn.
b) Toon aan of een of meerdere voorwerpen van zilver zijn.