Medicatie les 2

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Causale therapie
behandeling van een ziekte door de oorzaak te bestrijden

Slide 4 - Diapositive

Symptomatische therapie
Behandeling van een ziekte die niet de oorzaak van de ziekte aanpakt, maar alleen de klachten en verschijnselen van de ziekte bestrijdt

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Palliatieve therapie:
Focus ligt op het verlichten of voorkomen van het lijden en het verbeteren van de levenskwaliteit.
Gezenen is niet het doel.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Er zijn twee belangrijke groepen antibiotica: de bactericide of bacteriedodende, en de bacteriostatische of bacterieremmende.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Ferromedicatie
  • Ferrosulfaat is een vorm van ijzer.
  • Innemen op een lege maag.
  • Hoe wordt dit het beste opgenomen?

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien

Slide 23 - Diapositive

diagnostische toediening

Slide 24 - Diapositive

Werking
  • via de maag en darm in het bloed terecht.
  • Als het medicijn zijn werk heeft gedaan, verlaat de werkzame stof het lichaam weer. (de lever en de nieren)
  • een onbedoelde werking= bijwerking.
  • Resorptie is het actief opnemen van voedingsstoffen door de wand van de darm heen in het bloed. ... Bij resorptie moeten de verteringsproducten een aantal membranen passeren voordat de verteringsproducten in het bloed zitten. Resorptie is opname van een geneesmiddel in de bloedbaan


Slide 25 - Diapositive

  • Fysische effecten.
  • Werking op interactie tussen het geneesmiddel en signaalstoffen zoals hormonen of neurotransmitters
  • Het placebo-effect. Een placebo is een niet-actieve stof die toch na toediening de klachten van de patiënt laat verminderen. Het placebo-effect wordt dus naar alle waarschijnlijkheid opgewekt door de hersenen, maar de lichamelijke effecten ervan (bijvoorbeeld bloeddrukdaling) zijn wel degelijk meetbaar en kunnen dan ook nuttig (of schadelijk) zijn.

Slide 26 - Diapositive

Latijn voor: 'ik zal behagen’

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Vidéo

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

 topisch (lokaal/plaatselijk)

Slide 35 - Diapositive

de definitie in de Nederlandse geneesmiddelenwet[1] 
 

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Slide 38 - Diapositive