Betrouwbaarheidsintervallen 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Betrouwbaarheidsintervallen

Leerdoelen

• Je kan een 95%-betrouwbaarheidsinterval opstellen bij een gegeven steekproef.
• Je kan aangeven of een gebeurtenis wel of niet waarschijnlijk is aan de hand van het betrouwbaarheidsinterval.

Betrouwbaarheidsintervallen

• μ = 6,2
   σ = 0,9
   n = 81
   gem. Valuas = 7,8
• 
  

S=​√​n​​​​​σ​​

S=​√​81​​​​​0.9​​=​9​​0.9​​=0.1

Betrouwbaarheidsintervallen

De lengtes van 25 mannen worden gemeten. De gemiddelde lengte blijkt 184 cm met een standaardafwijking van 7 cm.  

Bereken het 95% betrouwbaarheidsinterval voor deze groep.

Betrouwbaarheidsintervallen

De lengtes van 25 mannen worden gemeten. De gemiddelde lengte blijkt 184 cm met een standaardafwijking van 7 cm. 

Bereken het 95% betrouwbaarheidsinterval voor deze groep.

Betrouwbaarheidsintervallen

De lengtes van 25 mannen worden gemeten. De gemiddelde lengte blijkt 184 cm met een standaardafwijking van 7 cm. 

Welke lengtes worden in deze groep als afwijkend beschouwd?

Betrouwbaarheidsintervallen

X  = 184 cm

n = 25 

S = 7 cm

Betrouwbaarheidsintervallen

X  = 70 kg

n =  16

S = 12 kg

Geef het 95%-betrouwbaarheidsinterval

Betrouwbaarheidsintervallen

X  = 70 kg                                                                tot

n =  16                                                                       tot      

S = 12 kg                                                     64        tot    76

X−2⋅​√​n​​​​​S​​

X+2⋅​√​n​​​​​S​​

70−2⋅​√​16​​​​​12​​

70+2⋅​√​16​​​​​12​​

Leerdoelen

• Je kan een 95%-betrouwbaarheidsinterval opstellen bij een gegeven steekproef.
• Je kan aangeven of een gebeurtenis wel of niet waarschijnlijk is aan de hand van het betrouwbaarheidsinterval.

Huiswerk

Opgave 21, 22, 23, 26, 27, 28 (blz. 104 t/m 107)