bs 1 + 2

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Zenuwstelsel

Centraal en perifeer zenuwstelsel

Perifeer=alle zenuwen

centraal: 

Zintuigen kunnen prikkels opvangen en deze doorgeven. Zo kunnen wij bijv. licht, geluid, geur en aanraking waarnemen.

In de zintuigen liggen zintuigcellen. Deze zie je op de rode delen in de afbeeldingen, ze zijn aangesloten op zenuwen.

oog

Zintuigen in het oog: de gezichtszintuigen

3

Oor

Zintuigen in je oor: de gehoorzintuigen

1

Mond

Zintuigen in de mond: de smaakzintuigen

2

Neus

Zintuigen in de neus: de reukzintuigen

4

Huid

Zintuigen in de huid: tastknopjes/tastzintuigen , drukzintuigen, warme- en koudezintuigen

4

Centraal

Grote hersenen

Kleine hersenen

Hersenstam

Ruggenmerg

Prikkel - Reactie

Geurstof is prikkel

Signaal(impuls) naar hersenen

Hersenen signaal naar spieren en speekselklieren

reactie=patatje pakken

Maak

opdracht 2 + 3

Zenuwcel

Cel die het impuls doorgeeft.

*Cellichaam= Deel waarin de celkern ligt met veel cytoplasma.

*Uitlopers.

Weg van impuls

Impulsen worden naar centraal zenuwstelsel gestuurd.

Vanuit centraal zenuwstelsel worden impulsen verstuurd die tot acties leiden

Zenuwen

Een heleboel zenuwcellen bij elkaar in een bundeltje.

De zenuwcellen hebben allemaal een dun laagje om zich heen waardoor ze geisoleerd van elkaar zijn.

3 type zenuwen

1. Gevoelszenuw: alleen gevoelszenuwcellen

2. Bewegingszenuw: alleen bewegingszenuwcellen

3. Gemengde zenuw: beide

Impulsen

Impulsen van romp + ledematen via ruggenmerg naar hersenen

Impulsen hoofd + hals via hersenstam naar hersenen

Bespreken opdr. 5

Maken

Bs 2: opdracht 1-3

Klaar?

Maak 6-7