h2 2.6 en 2.7

h2 2.6 en 2.7
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FilosofieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

h2 2.6 en 2.7

Slide 1 - Diapositive

Bestelmethoden
Een bedrijf heeft de keuze om op verschillende manieren te bestellen:
  • vaste bestelgrootte
  • variabele bestelgrootte
  • vast bestelmoment
  • variabel bestelmoment

Slide 2 - Diapositive

BQ bestelmethode
  • Variabel bestelmoment, vaste bestelhoeveelheid 
  • Wanneer de voorraad onder niveau B komt wordt er een vaste hoeveelheid Q bestelt. 
  • Deze methode gebruik je wanneer er op elk moment bij de leverancier besteld kan worden, werkt bij hardlopers. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Two-binsysteem
  • Werken met werkvoorraad en grijpvoorraad
  • voorbeeld van een BQ-bestelmethode
  • Two-binsysteem gaat vaak in combinatie met kanban
  • kanban wordt als communicatiemiddel gebruikt, denk aan een barcode.
  • https://www.youtube.com/watch?v=0atNCjY5ivs

Slide 5 - Diapositive

BS-bestelmethode
  • variabele bestelmomenten en variabele bestelhoeveelheden
  • er wordt een maximum voorraad aangehouden
  • bestellen wanneer de voorraad lager is dan bestelniveau 
  • toepassen bij orders die onregelmatig binnenkomen 

Slide 6 - Diapositive

sQ-bestelmethode
  • vaste bestelmomenten en vaste bestelhoeveelheden
  • op vaste momenten kijken naar voorraad, ligt de voorraad onder het s-niveau bestel je en vaste hoeveelheid Q.
  • kan ongunstig zijn wanneer de voorraad op het vaste opnamemoment net boven s-niveau ligt.
  • wordt gebruikt voor producten met regelmatige afname.

Slide 7 - Diapositive

sS-methode
  • vast bestelmoment en een variabele hoeveelheid.
  • op vaste moment de voorraad opnemen, wanneer deze kleiner is dan s-niveau  wordt de voorraad aangevuld tot niveau S (maximumvoorraad)
  • wordt gebruikt als er alleen periodiek bestelt kan worden of als zij veel kleine artikelen nodig hebben van de leverancier.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Formule bestelpunt s
s=(levertijd + bestelinterval) x gemiddelde verkoop per dag

Slide 10 - Diapositive

Derving
  • Wat is derving?

Slide 11 - Diapositive

2.7 Derving
  • goederen die je niet kunt verkopen doordat ze zijn beschadigd , zoekgeraakt, verouderd, bedorven of gestolen.
  • Directe derving, oorzaak is aanwijsbaar. 
  • Indirecte derving. oorzaak is niet direct aan te wijzen.

Slide 12 - Diapositive

Bekende en onbekende derving
  • Bij bekende derving is de oorzaak bekend.
  • bij onbekende derving is de oorzaak onbekend.

Slide 13 - Diapositive

Criminele derving
  •  Derving waarbij de oorzaak een criminele handeling door een persoon is. 
  • Denk aan: fraude, diefstal, vandalisme, afpersing of een overval.

Slide 14 - Diapositive

gevolgen criminele derving
  •  Verlies van omzet
  • kosten voor preventieve maatregelen
  • kosten voor schade bij inbraak
  • hogere premie voor verzekeringen
  • voorraadproblemen doordat de werkelijke voorraad lager is dan de administratieve voorraad
  • wantrouwen van leiding naar medewerkers

Slide 15 - Diapositive

Derving door administratieve fouten
  • onjuist bestellen
  • verkeerd invoeren van een artikelcode

Slide 16 - Diapositive

derving door controlefouten
  • De kwantiteit van de goederen wordt niet goed vergeleken met de pakbon.
  • Geen controle op de houdbaarheidsdatum.
  • Vrachtdocumenten worden te snel afgetekend (zonder controle).
  • Goederen worden niet goed gecontroleerd op veroudering, beschadiging of versheid.

Slide 17 - Diapositive

Derving door werkfouten
  • Goederen raken beschadigd bij het in- of uitpakken.
  • Fouten bij de voorraadinventarisatie.
  • Goederen worden op de verkeerde plek opgeslagen onder de verkeerde condities (te koel of te warm).
  • Er worden meer goederen uitgeleverd dan besteld.
  • De orderverzamelaar pikt het verkeerde artikel.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Dervingsplan
  • In een dervingsplan worden doelstellingen opgesteld om de derving te verminderen.
  • dit resulteert tot een aantal regels en voorschriften.

Slide 20 - Diapositive

beveiligingsmogelijkheden 
  •  Een bedrijf kan ook gebruik maken van beveiligingsmiddelen en -apparatuur
  • Denk aan: camera's, detectiepoortjes en beveiligingspersoneel.

Slide 21 - Diapositive