18.4 Regeling van eiwitten in een cel deel 2

de stof met de erfelijke informatie
een verandering in de erfelijke informatie
proces waarbij een cel zich opsplits in twee nieuwe cellen
ontstaan van nieuw organisme met eigen genotype vanuit uit twee geslachtscellen met ieder hun eigen enkelvoudige genen
de zichtbare erfelijke eigenschappen
alle informatie over de erfelijke eigenschappen
een stukje van een chromosoom (of een stukje DNA) met informatie over één erfelijke eigenschap
een streng DNA waarin de informatie van meerdere erfelijke eigenschappen zit
Dat wat je van je ouders aan eigenschappen hebt meegekregen
erfelijkheid
genotype
fenotype
chromosoom
gen
DNA
celdeling
geslachtelijke voortplanting
mutatie
1 / 31
suivant
Slide 1: Question de remorquage
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

de stof met de erfelijke informatie
een verandering in de erfelijke informatie
proces waarbij een cel zich opsplits in twee nieuwe cellen
ontstaan van nieuw organisme met eigen genotype vanuit uit twee geslachtscellen met ieder hun eigen enkelvoudige genen
de zichtbare erfelijke eigenschappen
alle informatie over de erfelijke eigenschappen
een stukje van een chromosoom (of een stukje DNA) met informatie over één erfelijke eigenschap
een streng DNA waarin de informatie van meerdere erfelijke eigenschappen zit
Dat wat je van je ouders aan eigenschappen hebt meegekregen
erfelijkheid
genotype
fenotype
chromosoom
gen
DNA
celdeling
geslachtelijke voortplanting
mutatie

Slide 1 - Question de remorquage

Bij radijsjes worden de vorm erfelijk bepaald. De vorm kan lang, ovaal of rond zijn. Ovaal is een intermediair fenotype.
Een kweker voert de volgende kruisingen uit:
kruising 1: planten met een ronde radijs x planten met een ovale radijs
kruising 2: planten met een lange radijs x planten met een ronde radijs
kruising 3: planten met een lange radijs x planten met een ovale radijs
kruising 4: planten met een ovale radijs x planten met een ovale radijs
Uit elke kruising ontstaan evenveel nakomelingen. Bij welke van deze kruisingen ontstaan de meeste nakomelingen met ovale radijsjes?
A
Kruising 1
B
Kruising 2
C
Kruising 3
D
Kruising 4

Slide 2 - Quiz

1. Remmen eiwitvorming mbv miRNA
Micro RNA wordt gemaakt om het aflezen van mRNA te regelen.

mRNA maakt een lus en wordt zo deels dubbel RNA

Slide 3 - Diapositive

Herhaling:
Remmen eiwitvorming met behulp van miRNA
(volgende dia)

Slide 4 - Diapositive

1. Remmen eiwitvorming mbv miRNA - vervolg
Dicer = nuclease, knipt ds RNA in stukken.


RISC = RNA – induced silencing complex, maakt het enkelstrengs en plakt het aan het oorspronkelijke mRNA -> niet afgelezen!

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

2. Remmen eiwitvorming mbv siRNA
Afweer tegen dsRNA virussen

Dicer = nuclease, knipt ds RNA in stukken.
RISC = RNA – induced silencing complex, maakt het enkelstrengs en plakt het aan virus RNA -> niet afgelezen!


Slide 7 - Diapositive

Pfff.....
Ben je er nog?
Wat moet je hier nu van onthouden?
Niet zoveel....maar je moet proberen het te begrijpen!
Dit soort dingen komt regelmatig in examens terug - 
fijn als je het dan herkent!

Slide 8 - Diapositive

Enne...wat kun je hiervan in BINAS vinden?
A
niets helaas
B
ik zou het niet weten want ik heb Binas alweer niet bij mij...
C
niets helaas maar dat hoeft ook niet
D
bijna niets behalve 71K1 maar daar heb je weinig aan

Slide 9 - Quiz

Hoe zou je met behulp van siRNA iets aan Alzheimer kunnen doen? (overleg eerst even met je buur)

Slide 10 - Question ouverte

Behandeling van Alzheimer dmv siRNA
remmen afbraak van APP tot schadelijk eiwit

Slide 11 - Diapositive

Behandeling Alzheimer dmv siRNAremmen afbraak van APP tot schadelijk eiwit

Slide 12 - Diapositive

CRISPR CAS
en ALzheimer?
Maar wat is Crispr-Cas eigenlijk?

Een aantal filmpjes leggen het uit. Goed opletten is een goed idee.

Slide 13 - Diapositive

Wat weet je over Crispr-Cas9?

Slide 14 - Carte mentale

Slide 15 - Vidéo

Even een vraagje over mutaties in DNA tussendoor....
Welke bewering klopt?
A
Een insertie of een deletie heeft altijd gevolgen
B
Een deletie kan leiden tot frameshift
C
de matrijsstreng is gelijk aan de coderende streng
D
pff hier staan teveel begrippen die ik niet ken...

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Wat weet je nu MEER over
Crispr-Cas9?

Slide 18 - Carte mentale

Als je het nog een keer in het engels wil volgen met iets meer animatie: 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Crispr is een soort van immuunsysteem bij bacteriën, vergelijkbaar met ....
A
Tc - geheugencellen
B
Makrofagen
C
B - geheugencellen
D
Dendritische cellen

Slide 21 - Quiz

DNA bij bacteriën 

Slide 22 - Diapositive

Vandaag 
Hoe staat Crispr Cas in het boek en wat is niet gisteren behandeld?
Oefenen hiermee op Nectar

Slide 23 - Diapositive

Lytische cyclus door bacteriofaag
Lysogene cyclus door bacteriofaag

Slide 24 - Diapositive

Bacterie besmet door bacteriofaag

Slide 25 - Diapositive

Inbouw faag DNA als spacer

Slide 26 - Diapositive

Herbesmetting: vorming CRISPR-RNA

Slide 27 - Diapositive

Bacterie besmet door bacteriofaag
Bacterie herbesmet door dezelfde bacteriofaag

Slide 28 - Diapositive

Snap je het een beetje?
Ga naar de digitale leeromgeving van Nectar via de ELO (nectar 4e editie)
Klik op het boek en ga naar H.18.4
Klik op EXTRA Tekst vragen (rechts)
Maak H en I
Klaar? Maak ook A t/m G

Slide 29 - Diapositive

Mag alles wat kan bij de CRISPR Cas techniek?
ja
nee
alleen voor medische doeleinden

Slide 30 - Sondage

Examenvragen Crispr Cas
2021 I Yoghurt zonder klonten: vragen 16 t/m 23
Ga naar examenblad
In stilte
Bespreken alleen vraag 21 kunnen doen

Slide 31 - Diapositive