paragraaf 5.3

5.3 kosten
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.3 kosten

Slide 1 - Diapositive

Par 5.3: Kosten

Wat gaan we vandaag doen?

  • Lesdoelen par. 5.3;
  • Uitleg;
  • Taken deze week / Huiswerk par 5.2 
  • Samenvatting/reflectie.

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen Paragraaf 5.3: 

Aan het einde van dit paragraaf ....

  • Kunnen jullie de verschillende kostensoorten van elkaar onderscheiden en berekenen;
  •  Kunnen jullie toelichten waar een daling of stijging van de winst van afhankelijk is;
  • Weten jullie hoe het nettoloon wordt berekend.
     
     
       
         
         
            Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
         
         
       
  •         6
           
  •        
  •        
             
               
                  Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
               
             
           
  •        
           
             
               
                  Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
               
             
           
  •        
             
               
                  Differentiëer
               
             
             
  •            
                 
                    Differentiëer
                 
                 
                 
  •              
                    Instellingen
                 
               
             
           

  •        
       
         
           
     
       
       
       
       
       
       
       
         
           
             
           
         
       
     
  •    
       
  •    
       
         
           
              Lesdoelen Paragraaf 5.3: 
           
         
       
  •    
       
         
            Aan het einde van dit paragraaf ....Kunnen jullie de verschillende kostensoorten van elkaar onderscheiden; Kunnen jullie toelichten waar een daling of stijging van de winst van afhankelijk is.
         
       
  •    
      
     
  •  
     
     
         
       
       
       
         
           
           
           
             
     
       
       
        Slide
     
     
           
           
           
         
       
     
           
  •        
  •        
       
       
         
         
       
     
         
  •      
  •      
       

Slide 3 - Diapositive

Uitleg...

Slide 4 - Diapositive

Kosten
Omzet
  • Inkoop
Brutowinst
  • Loonkosten
  • Afschrijvingskosten
  • Huisvestingskosten
  • Overige kosten
Resultaat / winst 

Slide 5 - Diapositive

Inkoop(kosten)
  • Handelsondernemingen:
Houden zich bezig met het kopen en verkopen van goederen zonder dat de goederen worden bewerkt. 
Inkoopwaarde is de prijs van de ingekochte goederen.
  • Industriele ondernemingen
Houden zich bezig met het kopen van grondstoffen en halffabrikaten. Hier maken zij nieuwe producten van. 
Inkoopwaarde is de prijs van de grondstoffen / halffabrikaten.

Slide 6 - Diapositive

Loonkosten
Het nettoloon krijgt het personeel betaald op hun bankrekening

Loonkosten werkgever = brutoloon + sociale lasten werkgever
OF
Loonkosten werkgever = nettoloon + WIG


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Afschrijvingskosten


Is de waardedaling van vaste kapitaalgoederen (gebouwen, machines, transportmiddelen, winkelinrichting)

Door de afschrijving neemt de boekwaarde van de kapitaalgoederen af

Boekwaarde = aanschafwaarde minus alle afschrijvingen tot dat moment
Boekwaarde = de waarde van het kapitaalgoed op een bepaald moment

Slide 9 - Diapositive

Huisvestingskosten


Huren pand --> maandelijkse huurlasten

Kopen pand --> afschrijvingskosten + rente over de hypothecaire lening

Overige huisvestingskosten zijn: 
verlichtingskosten en verwarmingskosten

Slide 10 - Diapositive

Bedrijfskosten


Diensten van andere ondernemingen waar gebruik van wordt gemaakt. Denk aan:

Transportkosten, verzekeringskosten, accountantskosten enz.

Slide 11 - Diapositive

Overige kosten


Alle kosten die overblijven, zoals bijvoorbeeld:

Verkoopkosten: kosten om de verkoop te stimuleren (denk aan reclame, proefpakketjes uitdelen enzovoort)

Voorraadkosten: kosten door bederf, diefstal of het kapotvallen van producten. Ook kosten om voorraad op te slaan vallen hieronder.

Slide 12 - Diapositive