IK (10 min. Modeling) Tijdens het lezen: Ik lees de tekst voor, moeilijke woorden sta ik even bij stil om ze te verklaren. Per alinea kies ik een zin die de kern van de alinea het best samenvat. Deze zin markeer ik met een marker. De leerlingen mogen meestrepen. Van elke kernzin maken we een goedlopende zin, zo ontstaat een samenvatting van de tekst.
-Alina 1: Kernzin- Waarom vinden we het dan wel normaal het glas uit de supermarkt kapot te gooien in de glasbak?
-Alinea 2: Het woord "loods" weten we wat dat is? Ik herhaal de zin: "Wester huurt in Woerden een loods waar hij, met vijf collega's een wasstraat heeft ingericht voor glas." Het zal een ruimte zijn waar een wasstraat inpast, dus ik stel mij daar een grote hal bij voor.
Het woord "supermarktketens" weten we wat dat zijn? Ik herhaal de zin: "Met zijn bedrijf Pakt hoopt hij de grote supermarktketens over de streep te trekken hun potten groenten, sauzen en wijflessen bij hem te laten wassen." We kunnen het woord opsplitsen in supermarkt en ketens. Een supermarkt kennen we. Wat zou ketens kunnen betekenen. Ik ken het woord keten, dat is een ketting. Ik moet hierbij denken aan een ketting van supermarkten. Dus een grote groep supermarkten die bij elkaar horen.
Kernzin- "Mensen hebben onterecht de indruk dat het goed geregeld is, terwijl wegwerpglas is helemaal niet groen."