Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2.1 - Week 41 - Oefentoets - werkwoordspelling
Oefentoets werkwoordspelling
Denk goed na vóór je het antwoord geeft. Heb je eenmaal het antwoord gegeven, dan kun je het niet meer veranderen.
Je kunt dus niet terug in de oefentoets, alleen maar vooruit.
1 / 16
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Oefentoets werkwoordspelling
Denk goed na vóór je het antwoord geeft. Heb je eenmaal het antwoord gegeven, dan kun je het niet meer veranderen.
Je kunt dus niet terug in de oefentoets, alleen maar vooruit.
Slide 1 - Diapositive
Werkwoordspelling
Wanneer gebruik je de regel van TAXIKOFSCHIP?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
nooit bij spelling
D
toekomende tijd
Slide 2 - Quiz
Vul de juiste vorm van de verleden tijd in.
Het zweefvliegtuig (zweven) geruisloos door de lucht.
A
zweefte
B
zweefde
C
zwoof
D
zwaf
Slide 3 - Quiz
Vul de juiste vorm van de verleden tijd in.
Tijdens de wedstrijd (tackelen) ik mijn tegenspeelster.
A
tackelt
B
tackelte
C
tackelde
D
tackelede
Slide 4 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
Het vliegtuig is (landen).
A
gelandt
B
geland
C
gelant
D
gelandet
Slide 5 - Quiz
Vul de juiste vorm van de verleden tijd in.
Gisteren (wachten) ik tevergeefs op jou.
A
wachtte
B
wagte
C
wachte
D
wacht
Slide 6 - Quiz
Vul de juiste vorm van de verleden tijd in
Gisteren (komen) Marit en Merel te laat.
A
komde
B
kwam
C
komt
D
kwamen
Slide 7 - Quiz
Vul de juiste vorm in.
De student ...... in de sporthal .........(trainen)
A
is getraint
B
heeft getraint
C
heeft getraind
D
is getraind
Slide 8 - Quiz
Vul de juiste vorm van de verleden tijd in.
Ik ... mijn rijbewijs in één keer.
A
behaalte
B
behaalde
C
behaalten
D
behaalden
Slide 9 - Quiz
Vul de juiste vorm van de verleden tijd in.
Mijn tante (bereiden) een heerlijke maaltijd.
A
bereide
B
bereiden
C
bereidde
D
bereidden
Slide 10 - Quiz
Vul de juiste vorm van de verleden tijd in.
De nieuwslezer (vergissen) zich in de berichtgeving.
A
vergiste
B
vergisde
C
vergistte
D
vergisdde
Slide 11 - Quiz
Vul de juiste vorm van de verleden tijd in.
De leerlingen (fietsen) naar school
A
fietsde
B
fietste
C
fietsden
D
fietsten
Slide 12 - Quiz
Vul de juiste vorm van de tegenwoordige tijd in.
Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind
C
vint
Slide 13 - Quiz
Welke zin is juist gespeld?
A
De sigaret is opgebrandt.
B
De sigaret is opgebrand.
C
De sigaret is opgebrant.
Slide 14 - Quiz
Welk werkwoord is juist gespeld?
Het (gebeuren) regelmatig dat de docent het mondkapje vergeet.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
Slide 15 - Quiz
Wat vond je van deze oefentoets?
A
makkelijk
B
moeilijk
C
precies goed
D
heel moeilijk
Slide 16 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Nederlands cohort 2020-2021 beveiliging les 6 toets
Février 2022
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1.2 - Week 43 - Werkwoordspelling
Octobre 2021
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling 1 m/h
Octobre 2021
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Oefentoets werkwoordspelling
Septembre 2023
- Leçon avec
50 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Werkwoordspelling tegenwoordige- en verleden tijd week 1
Mars 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
3 basis Oefenen met werkwoordspelling
Octobre 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Oefentoets alle soorten werkwoorden
Janvier 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Herhaling werkwoordspelling
Septembre 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3