Chapitre 1H 4e les oefenen 12-2

Bonjour 2HD! 
Prends ton livre et ton iPad
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bonjour 2HD! 
Prends ton livre et ton iPad

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Laatste oefening voor de toets
Toets is gepland op donderdag 19 januari

Lesdoel:
-ik ken de uitgangen van het bezittelijk voornaamwoord in het Frans en ik kan het toepassen in zinnen.
- je kunt een film begrijpen
-je kent nationaliteiten
-je weet hoe je betekenis van een woord raadt


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalen bezittelijk voornaamwoord
Wat is dat?
Hoe doe je dat in het Frans? 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalen bezittelijk voornaamwoord
Je kijkt naar het zelfstandig naamwoord (M/V)  ipv naar de eigenaar

C'est son vélo (het is zijn/haar fiets). 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekst
   H
aeiou 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H of klinker aan het begin vh woord? 
Dan kies je altijd voor de mannelijke vorm bij het enkelvoud

MON + TON + SON
Bijv. Nikee is ton amie (V)
Ici c'est mon hôtel (M)
Lá-bas c'est son avion (M)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Attention!!!!

Hoe kun je dat zien aan een woord dat het meervoud is in het Frans?


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Attention!!!!
Hoe kun je dat zien aan een woord dat het meervoud is in het Frans?

Vaak staat er een "s"of een "x" achter het woord:
La maison (V ENK) - Les maisons (MV) (het huis/de huizen)
Sa maison (V ENK) - Ses maisons (MV) (zijn/haar huis/zijn/haar huizen)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Anniek a visité ...... (hun) tantes (V)
A
son
B
leur
C
leurs
D
ton

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hannah a vendu ........ (hun) vélos (m)
A
leur
B
leurs
C
ses
D
vos

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Elles ont loué ......... (uw) maisons (V)
A
notre
B
vos
C
votre
D
nos

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Simone a donné des cadeaux à ..... (jouw) amies (v)
A
ton
B
ma
C
tes
D
sa

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ils ont donné des cadeaux à ..... (hun) amis (m)
A
ses
B
leurs
C
vos
D
nos

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Il a mangé ....... (jullie) pizzas (V)
A
vos
B
mes
C
mon
D
sa

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ils ont trouvé ....... (mijn) stylos (M)
A
ma
B
mon
C
mes
D
son

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Prends ton livre
Pagina trente-huit (?)

Leerdoelen:
- je kunt een film begrijpen
-je kent nationaliteiten
-je weet hoe je betekenis van een woord raadt

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je als je een FRANS woord niet kent uit de tekst?
?????

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je als je een woord niet kent?
-Kijken of je het woord kent uit het Nederlands/Engels, 
bijv La couleur / ça dépend.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je als je een woord niet kent?
-Kijken of je het woord kent uit het Nederlands/Engels, 
bijv La couleur / ça dépend.
-Kijken naar de zin: kun je nu wel de betekenis vh woord weten?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
Film kijken "perdu a Paris"

Gabriel = ........
Timéo = .........
Jade = .........

Wij kijken de film een 2e keer; 

Slide 20 - Diapositive

Rustig
Vriendelijk
Stil wanneer gevraagd
Actieve houding
Voorbereid 
Wat doe je als je een woord niet kent?
-Kijken of je het woord kent uit het Nederlands/Engels, 
bijv La couleur / ça dépend.
-Kijken naar de zin: kun je nu wel de betekenis vh woord weten?
-Je zoekt het woord op in boek/internet
-Vraag aan docent/klasgenoot

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Morgen: boek mee!
Leren vocabulaire E en F

Je gaat in de les oefenen met het bezittelijk voornaamwoord (zie Teams/SOM) en zelfstandig leren voor de toets van donderdag.  
De les wordt opgevangen. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions