Goede voorbereiding
+
veel oefening
=
SUCCES
Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
Goede voorbereiding
+
veel oefening
=
SUCCES
Jullie moeten binnenkort een presentatie houden. Dit doe je in groepjes van 3.
Presenteren is best wel moeilijk, maar geloof het of niet:
Presenteren kun je leren!
1. Onderwerp kiezen
2. Informatie opzoeken
3. Inleiding maken
4. Middenstuk maken
5. Afsluiting maken
6. Rolverdeling
7. Oefenen
Je moet een onderwerp kiezen van een ander vak. Misschien is het zelfs handig een gedeelte van een vak te kiezen waar je binnenkort een toets over krijgt.
Voorbeelden: * Geschiedenis: voedsel in de Middeleeuwen
* Aardrijkskunde: vulkanen
* Biologie: wat doet roken met je lichaam
* enz, enz, enz.
* Jullie worden niet beoordeeld op de inhoud, maar jullie mogen natuurlijk geen onzin vertellen.
* Zorg voor een leuke, aantrekkelijke, maar vooral foutloze powerpoint
* Jullie moeten zorgen voor ongeveer 7 minuten tekst.
* Haal de informatie uit het lesboek van het vak, waar jullie het onderwerp uit gekozen hebben. Neem de teksten niet letterlijk over, want die zinnen zijn vaak te moeilijk om te onthouden!
* Verdeel die informatie in deelonderwerpen.
* Beter te veel informatie, dan te weinig. Als je meer dan 7 minuten hebt, kun je altijd nog stukjes schrappen.
Jullie hebben intussen geleerd, wat in een inleding moet zitten.
Jullie moeten dus een keus maken uit:
* het onderwerp aankondigen
* een belangrijke vraag stellen
* een grappig, toepasselijk verhaatje vertellen
Jullie mogen natuurlijk ook een combinatie maken van deze 3.
Belangrijk: Maak de luisteraar nieuwsgierig naar wat jullie te vertellen hebben! (ongeveer halve minuut)
In het middenstuk, zit de echte informatie. Zorg voor een goede opbouw door de informatie in deelonderwerpen te verdelen.
Foto's op je powerpoint maken de presentatie aantrekkelijker.
Het middenstuk moet ongeveer 7 minuten duren.
Zoals je geleerd hebt, staat in het slot
* een samenvatting
* een conclusie
* een advies of oproep
Je kunt dit natuurlijk ook in een presentatie gebruiken, maar denk ook eens aan wat anders, bijvoorbeeld een quizje, kahoot, filmpje, enz.
Jullie presentatie is nu af, dus jullie kunnen nu de tekst verdelen. Denk er ook aan om iemand aan te wijzen, die de computer bedient!
7. Oefenen
Vóór je begint met oefenen, maak je voor jouw tekstgedeelten "cue-cards". Dit zijn spiekbriefjes zo groot als een ansichtkaart.
Hier schrijf of typ je steekwoorden op, zodat je de volgorde goed kunt onthouden. Natuurlijk kun je ook af en toe omkijken naar het bord. Als je klaar bent met een cue-card stop je die onderaan je stapeltje.
Je mag NIET je hele tekst bij de presentatie houden!!!!
7. Oefenen
Voorbeeld:
Kaart 1: (Flip) Onderwerp noemen met filmpje.
Kaart 2: (Sophie) 2 soorten olifanten, Afrikaanse en Inische.
Hoe zie ze er uit?
Kaart 3: (Thijs) Moederolifant is de baas van kudde, matriarch
Kaart 4: (Flip) Oude olifanten (tot 65 jaar) Treuren om overlijden
Kaart 5: (Sophie) Bedreigde diersoort door stropen, ivoor, ruimtegebrek
ENZ.
Voor de presentatie krijg je allemaal apart een cijfer. Dit telt 1 keer mee voor je rapport.
We letten op de inhoud, taal en voordracht.
Waar je precies op moet letten staat op het blaadje met informatie.
SUCCES
7. Oefenen
Ga nu ieder apart je presentatie oefenen. Je moet het natuurlijk ook een keer samen doen om te kijken of de lengte wel goed is. Er moet ongeveer 7 minuten tekst zijn en 3 minuten foto's, filmje, kahoot, quizje, of iets dergelijks.