128. Deel 7b, blok 4, week 3 Les 2 VERHOUDINGEN 1 op de 4

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 7

60/100 = ... %

......%

Hoeveel procent is 1/4?
.... %

Welke breuk hoort bij 20%

1. 1/5
2. 1/10
3. 1/2
4. 1/4

30%.
Welke breuk en welk kommagetal hoort hierbij?

1. 0,25 en 1/4
2. 0,20 en 1/5
3. 0,7 en 7/10
4. 0,3 en 3/10

Ik moet 10 km lopen. Ik heb nu 1/4 deel gelopen?
Hoeveel is 1/4 deel?

1. 0,25 en 25%
2. 0,20 en 20%
3. 0,75 en 75%
4. 0,10 en 10%

LESDOEL

Ik kan verhoudingen zoals '5 op de 8 kinderen' schrijven als breuk en als percentage.

Juf doet het voor

Welke breuk en wel percentage hoort hierbij?

Overleg met elkaar

Hoeveel procent is dit?

Schrijf het antwoord op je wisbord.

1 op de 4 kinderen eet graag pizza.

Dit is hetzelfde als 25 van de 100 kinderen.

Hoeveel procent van de kinderen loopt naar school?

.... %

Gebruik een verhoudingstabel.

3 op de 5 kinderen eten pizza.

Dit is hetzelfde als 25 van de 100 kinderen.

Hoeveel procent van de kinderen draagt een bril?

.... %

Hoe reken ik uit hoeveel procent 1/3 is?

• 1/3 ≈ 33,3%

2 op de 3 auto’s rood zijn.

De andere auto’s zijn groen.

Hoeveel procent van de auto’s is rood?

Hoeveel procent van de kinderen zit op een sport?

.... %

Overleg met elkaar?

• Hoeveel auto’s zijn groen?
  
• Welke breuk hoort hierbij?
• Kun je deze breuk ook vereenvoudigen, kleiner maken.
• Hoeveel procent is dat?
  

Hoeveel procent zit op muziekles?

.... %

Samen

Samen

Nu jullie

Overleg met elkaar en gebruik een verhoudingstabel.

Nu jij

Overleg met elkaar en gebruik een verhoudingstabel.

5/25 is hetzelfde als ?

1. 1/10
2. 1/5
3. 1/2
4. 1/4

3 van de 30 meisjes houdt van paardrijden. Welke percentage hoort hierbij?

1. 10%
2. 20%
3. 33,3%
4. 50%

Reken uit op jouw rekenmachine.

100% : door de noemer x teller

Reken uit op jouw rekenmachine.

100% : door de noemer x teller

rond af op 2 decimalen

Reken uit op jouw rekenmachine.

100% : door de noemer x teller

Reken uit op jouw rekenmachine.

100% : door de noemer x teller

rond af op 2 decimalen

Rekenen

Blok 4 - week 3 - les 2

Begin bij opgave 1 N

maak alle opgaven

daarna 10 x plussen

AAN HET WERK

blok 4, week 3, Les 2

Opgave 1

Opgave 2

Opgave 0

Opgave 3

Klaar: plussen